Hoge Raad doet uitspraak over Srebrenica

Redactie

De Hoge Raad doet vrijdag uitspraak in twee zaken die zijn aangespannen door de nabestaanden van drie moslimmannen uit Srebrenica. De mannen zouden in 1995 van de Nederlandse basis zijn gezet en vervolgens door de Bosnische Serviërs zijn vermoord. De zaken draaien om de vraag of Nederland verantwoordelijk is voor hun dood.

De doden zijn de vader en de broer van Hasan Nuhanovic, die tolkte voor de Nederlandse troepen, en Rizo Mustafic, die als elektricien voor Dutchbat werkte. Zowel Mustafic als Nuhanovic had met familieleden toevlucht gezocht op de basis. Toen de Bosnisch-Servische troepen oprukten mocht alleen Nuhanovic blijven.

Het gerechtshof in Den Haag oordeelde eerder dat de staat aansprakelijk is voor de doden. Volgens het hof was sprake van onmenselijke behandeling, wat een schending van de mensenrechten is. De staat ging daarop in cassatie bij de Hoge Raad, de hoogste rechtbank van Nederland. De Hoge Raad kan het vonnis van het hof bekrachtigen, of de zaak terugverwijzen.

De Hoge Raad kreeg in mei het advies om de cassatie te verwerpen. Volgens de advocaat-generaal is de staat verantwoordelijk voor het handelen van Dutchbat, en niet de Verenigde Naties, waar de troepen onder vielen. Als de Hoge Raad dit advies volgt, moet de staat de nabestaanden een schadevergoeding betalen.

Als de raad de uitspraak van het hof op deze manier in stand laat, zou dat volgens de landsadvocaat invloed kunnen hebben op de bereidheid om deel te nemen aan toekomstige VN-missies.