Rol Nederland gifgas Syrië blijft onduidelijk

Redactie

Of door Nederland geleverd glycol in Syrië is gebruikt als grondstof voor gifgas, is nu niet te achterhalen. Dat antwoordt minister voor Buitenlandse Handel Lilianne Ploumen (PvdA) op vragen van D66. Glycol valt niet onder het Chemisch Wapenverdrag. Bovendien is de ambassade in Damascus dicht en is Syrië op dit moment te onveilig.

Nederland leverde de stof, waarmee ook antivries kan worden gemaakt, tot 2010 jarenlang aan Syrië, ondanks waarschuwingen van de Verenigde Staten. Ploumen heeft de stof inmiddels op een lijst met stoffen geplaatst die niet naar Syrië mogen worden geëxporteerd.

De minister had tijdens een debat in juli toegezegd te kijken of het mogelijk is te onderzoeken wat er met de glycol is gebeurd. "Die mogelijkheden zijn helaas beperkt", schrijft de minister woensdag.

Omdat Syrië geen partij is bij het Chemisch Wapenverdrag, kan de OPCW er geen onderzoek instellen. Nederland kan door de gesloten ambassade en de veiligheidssituatie in het land ook geen onderzoekers sturen. "Als de situatie verandert, zal ik opnieuw bekijken of een onderzoek mogelijk en wenselijk is", aldus Ploumen.