Partner Snowden-journalist vast op Heathrow

anoniem_22072019025900

De partner van de journalist van The Guardian die betrokken was bij de onthullingen over de afluisterpraktijken van de Amerikaanse geheime dienst NSA is zondag urenlang door de Britse autoriteiten vastgehouden nadat hij op doorreis naar Rio de Janeiro op luchthaven Heathrow bij Londen was geland. Dat heeft de Britse krant zondag op zijn website gemeld.

David Miranda, die met journalist Glenn Greenwald samenwoont, kwam uit Berlijn. De agenten die hem meenamen verklaarden hem te willen verhoren onder de Terrorismewet van 2000. Deze omstreden wet, die alleen geldt op lucht- en zeehavens en in grenszones, machtigt agenten om personen staande te houden, te fouilleren, te ondervragen en vast te houden.

De 28-jarige Miranda werd negen uur vastgehouden, het maximum dat is toegestaan voordat agenten iemand moeten vrijlaten of formeel moeten arresteren. Hij moest wel elektronische apparatuur inleveren, waaronder zijn telefoon, laptop, camera, geheugensticks, dvd's en spelletjesconsoles.

Greenwald heeft sinds 5 juni diverse artikelen geschreven over de afluisterpraktijken van de NSA, op basis van duizenden gegevens die hem werden toegespeeld door klokkenluider Eric Snowden. The Guardian heeft op basis van die gegevens ook artikelen gepubliceerd over de activiteiten van de Britse afluisterdienst GCHQ.

In Berlijn heeft Miranda gesproken met Laura Potras, een Amerikaanse filmmaakster die met Greenwald en de Guardian eveneens aan de stukken van Snowden heeft gewerkt.

Greenwald noemt het lastigvallen van zijn partner 'een aanval op de persvrijheid en het proces van nieuwsgaring'. Dat hij negen uur is vastgehouden zonder contact met een advocaat en dat vervolgens een groot aantal van zijn eigendommen heeft moeten afstaan 'is duidelijk bedoeld om te intimideren'. Hij noemde het optreden van de Britse autoriteiten 'een ernstige bedreiging voor journalisten overal''.

De Guardian liet weten bij de autoriteiten opheldering te hebben gevraagd. Een woordvoerder van het ministerie van binnenlandse zaken wilde niet direct commentaar leveren, maar beloofde navraag te zullen doen, aldus de Guardian.