'Opzeggen afluisterverdrag loos gebaar Berlijn'

Het verscheuren van de oude afluisterovereenkomst met de Verenigde Staten, Groot-Brittannië en Frankrijk door de Duitse regering heeft geen enkele zin. Ook zonder het verdrag, dat alledrie die bondgenoten toestond Duits telefoon- en dataverkeer af te luisteren en te begluren, kunnen zij volgens een medewerker van de overheid en een historicus nog hun gang gaan.

Het opzeggen van het afluisterverdrag uit de Koude-Oorlogsjaren was volgens minister van buitenlandse zaken Guido Westerwelle 'een noodzakelijke en passende consequentie van het recente debat over de bescherming van de privacy'. De overeenkomst gaf de Amerikanen, Britten en Fransen het recht in het naoorlogse Duitsland inlichtingen te vergaren om hun daar gelegerde bezettingsmacht te beschermen.

Volgens een overheidsmedewerker die anoniem wil blijven is het besluit een loos gebaar, dat de ruimte voor buitenlandse inlichtingendiensten helemaal niet inperkt. De Duitse historicus Josef Foschepoth wees er vrijdag op dat de afluisterbevoegdheden van de bondgenoten inmiddels zijn doorgedrongen in de wetgeving. "En daarmee is elke bondsregering verplicht zich eraan te houden", stelt Foschepoth volgens het Duitse persbureau DPA.

"In klare taal: we zijn gehouden alle informatie ter beschikking van de geallieerden te stellen, zo innig mogelijk met hen samen te werken. Maar ook zijn zij bevoegd op eigen houtje inlichtingenwerk te doen."