Syrisch leger boekt vooruitgang

Bij gevechten in en rond de Syrische hoofdstad Damascus zijn de afgelopen twee dagen zeker 75 rebellen om het leven gekomen. Dat heeft het Syrische Observatorium voor de Mensenrechten maandag gezegd. Niet eerder waren er in zo'n korte tijd zoveel slachtoffers onder de gelederen van de rebellen.

Onder de slachtoffers zijn 49 rebellen die werden gedood in een hinderlaag in Adra, een voorstad van Damascus. De strijders werden, toen ze probeerden op te trekken naar Damascus, aangevallen door een eenheid van de Republikeinse Garde. Bij de schietpartij die na de aanval uitbrak kwam de bevelhebber van de gardisten om het leven, aldus het Observatorium. Het Syrische staatspersbureau SANA maakte ook melding van de aanval, maar noemde geen dodental.

Bij gevechten in de wijken Qaboun en Jobar verloren zeventien rebellen het leven en nog eens negen kwamen om bij gevechten in de voorsteden Daraya, Harasta en Douma.

In Damascus en zijn voorsteden wordt al bijna een jaar lang slag geleverd tussen rebellenstrijders en het regeringsleger. Vanuit de voorsteden proberen de opstandelingen voet aan de grond te krijgen in het stadscentrum. De verdediging van de stad is in handen van elitemilitairen van het regime van president Bashar Assad. Zij proberen uit alle macht de rebellen te verdrijven uit hun bolwerken. De laatste weken is het regeringsleger op meerdere plekken in het land grootscheeps in het offensief gegaan tegen de opstandelingen.