'Bemesting gebeurt al 8000 jaar'

Mensen die het geluk(?) hebben om aan de rand van een agglomeratie te wonen, kennen het vast wel: je zit in het zonnetje, en plots drijft een helse stank je neus in. Een boer is zijn land aan het bemesten! De mens wordt daar al lang door geplaagd: volgens onderzoekers bemestten landbouwers al zo'n 8000 jaar geleden hun komkommers, met alle gevolgen van dien.

Wetenschappers van Oxford University in het VK onderzochten verkoolde peulvruchten en granen uit 2400 tot 6000 voor Christus. De verkoolde peulvruchten en granen werden veelal gevonden in afgebrande opslaghutten, die zich bevonden op dertien archaeologische sites doorheen heel Europa.

Ze keken daarbij met name naar de isotoop stikstof-15, een stabiele isotoop die veel voorkomt in natuurlijke mest. Tot hun grote verbazing vonden ze in de verkoolde peulvruchten en granen hoeveelheden stikstof-15 die wijzen op bemesting en bewatering van de gewassen.

En dat is best een grote ontdekking. Tot voor kort dacht men namelijk dat bemesting pas in zwang raakte tijdens de ijzertijd, vanaf circa 800 voor Christus. Er werd aangenomen dat boeren uit de steentijd een semi-nomadisch leven leidden: telkens als hun grond uitgeput was, namen ze een nieuw stuk grond in gebruik.

Door bemesting konden boeren langer op één plek blijven wonen, en werd grondbezit belangrijker, zegt onderzoeker Amy Boogaard: "We denken dat, toen men land ging zien als bezit dat geërfd kan worden, er sociale ongelijkheid tussen de rijken en de armen ontstond in Europeese boerengemeenschappen."

Daarom, de volgende keer dat zo'n voorbipsagrariër je frisse lucht verpest door stront in z'n grond te pompen, bedenk dan dat je getuige bent van een achtduizend jaar oud ritueel dat ertoe leidde dat je buurman nu een grotere auto heeft dan jij. Misschien beurt dat je op.