Woede over bezuiniging op Taalunie

Onze zuiderburen zijn weer eens kwaad op ons. Deze keer gaat het niet over een polder die onder water gezet moet worden of over een trein die voortdurend stilstaat, maar over de Nederlandse taal. Nederland wil namelijk gaan bezuinigen op de Nederlandse Taalunie, en dat zien de Vlamingen niet zitten.

In 1980 besloten Nederland en Vlaanderen om samen één beleid te gaan voeren wat betreft taal en literatuur. Daarvoor werd de Nederlandse Taalunie opgericht. Ze hebben een budget van elf miljoen euro, waarvan Nederland tweederde voor haar rekening neemt en Vlaanderen eenderde.

De Taalunie werd ook slachtoffer van de bezuinigingswoede. De Nederlandse regering vroeg hun zelf meer fondsen te werven, bijvoorbeeld door bedrijven een bijdrage te vragen voor taalcursussen in het buitenland. De Vlamingen gingen daarmee akkoord, en de meerjarenbegroting voor 2013 tot 2017 werd bezegeld.

Maar nu is uitgelekt dat de Nederlandse overheid nog eens een kwart van de subsidie minder wil geven. En dat gaat er niet in bij de Vlaams-nationalistische partij N-VA. N-VA'er Wilfried Vandaele wil er bij vindt het 'niet wenselijk' dat Nederland nu op de beslissing terugkomt.

Vandaele wil dat de Vlaamse minister van Cultuur, Joke Schauvliege, er bij het Nederlandse Ministerie van Onderwijs op aandringt dat de bezuinigingen niet doorgaan. De Nederlandse overheid heeft nog niet gereageerd.

De oproep is niet uit de lucht gegrepen: morgen zal de Interparlementaire Commissie van de Taalunie samenkomen te Den Haag. Dat is een groep van 22 Vlaamse en Nederlandse parlementariërs die het beleid van de Taalunie controleren. Momenteel wordt deze voorgezeten door PVV'er Martin Bosma.