Minder geld voor kleine scholen

Kleine scholen krijgen minder geld per leerling. Dat is een van de maatregelen die staatssecretaris van Onderwijs Sander Dekker (VVD) woensdag heeft gepresenteerd in het Zeeuwse Wolphaarsdijk. Kleine scholen worden zo gestimuleerd te gaan samenwerken.

Het opheffen van scholen met minder dan honderd leerlingen, zoals de Onderwijsraad eerder voorstelde, vindt Dekker te ver gaan. "Een opheffingsnorm is te rigide en biedt onvoldoende ruimte voor maatwerk", stelt Dekker. "In uitzonderingsgevallen moet een kleine school behouden kunnen blijven."

Op dit moment krijgen scholen met minder dan 145 leerlingen, meer geld per scholier. Hoe minder leerlingen, hoe hoger dit bedrag. Zo kan het voor schoolbesturen aantrekkelijker zijn om klein te blijven, dan om samen te gaan met een andere school. In het nieuwe model moet samenwerking juist beloond worden.

Met de maatregelen wil Dekker voorkomen dat er meer kleine scholen ontstaan, als gevolg van het dalende aantal leerlingen. Kleine scholen lopen volgens de staatssecretaris een groter risico op omvallen. "We moeten nu actie ondernemen om te voorkomen dat scholen langzaam wegkwijnen, verdwijnen en er in sommige gebieden straks niets meer te kiezen valt voor ouders en kinderen."

Landelijk daalt het aantal leerlingen in het basisonderwijs tussen 2011 en 2020 met negen procent. "In sommige regio's zal dit oplopen tot zo'n veertig procent", zei Dekker.

De fusietoets, waarmee bepaald wordt of scholen mogen samengaan, wordt versoepeld. Door de toets, waarvan de uitkomst vaak onzeker is, zien schoolbesturen nu soms af van een fusie. In regio's met een sterke krimp wil Dekker de toets helemaal afschaffen.

Daarnaast wil de staatssecretaris nieuwe initiatieven toestaan. Zo kan er in grensregio's bijvoorbeeld worden nagedacht over samenwerking met buurlanden.