Regime Syrië herovert deel Qusair

Syrische regeringsstrijdkrachten zijn maandag na felle straatgevechten met rebellen dieper in het stadje Qusair doorgedrongen, melden Syrische staatsmedia. Activisten zeggen dat de regeringstroepen worden geholpen door de Libanese Hezbollah-militie, waarvan ten minste 28 strijders zouden zijn gedood en meer dan honderd verwond.

Het Syrische Observatorium voor de Mensenrechten beroept zich voor de informatie op 'bronnen dicht bij de militante groep'. Bij de gevechten zondag kwamen ook minstens vijftig opstandelingen om het leven, onder wie twee commandanten van de oppositie.

Rond Qusair, in de centrale provincie Homs en sinds begin vorig jaar in handen van rebellen, wordt al weken gevochten. Het overwegend soennitische stadje is van strategisch belang, omdat het de hoofdstad Damascus met de kust verbindt. Langs de kust wonen veel alawieten, een stroming binnen de islam waar ook president Bashar Assad toe behoort. Daarnaast ligt Qusair niet ver van de grens met Libanon, wat de rebellen de mogelijkheid biedt wapens en voorraden vanuit Libanon naar Syrië te smokkelen.

Het regime zette zondag een offensief in om Qusair te heroveren. Elitetroepen van Hezbollah drongen vanuit het oosten en zuiden binnen, zei een oppositiefiguur. Ze wisten het centrale plein en het gemeentehuis na enkele uren in te nemen. Maandagochtend werd er vooral gevochten in het noorden van Qusair, zei hij. De Syrische staatstelevisie berichtte dat regeringstroepen langs het hele oostelijke front van het stadje 'de stabiliteit hebben hersteld' en daarbij tientallen 'terroristen' hebben gedood.

Bewoners aan de Libanese kant van de grens verklaarden dat zij boven Qusair minstens dertig rookpluimen zagen en dat er hele nacht zware inslagen van artilleriegranaten hadden geklonken. "Niemand kon ervan slapen", zei Ali Jaafar, locoburgemeester van het Libanese grensplaatsje Hermel.