Syrie voert luchtaanvallen uit op opstandelingen

Het bewind van de Syrische president Bashar Assad heeft zondag opnieuw het luchtwapen ingezet tegen opstandelingen. Met gevechtsvliegtuigen en -helikopters werden een wijk van de hoofdstad Damascus en een dorp in het noordoosten aangevallen. Activisten meldden ten minste 25 doden, onder wie twaalf kinderen.

Straaljagers bombardeerden rebellen in Hadad, een overwegend door Koerden bewoond dorp in de noordoostelijke provincie Hassaka. Volgens het Syrische Observatorium voor de Mensenrechten kwamen daarbij zeker zestien mensen om, onder wie twee vrouwen en drie kinderen. Bij een luchtaanval op de wijk Qaboun in Damascus kwamen zeker negen kinderen om, zei het Observatorium.

Het Observatorium zei dat ook vier burgers zijn overleden na te zijn gemarteld in een gevangenis in het stadje Zakyeh.

In de noordelijke provincie Aleppo raakten zondag drie journalisten van de Syrische staatstelevisie gewond door de ontploffing van een autobom. Correspondent Shadi Helweh en de cameramensen Yehia Mosseli en Ahmed Suleimen moesten met scherfwonden naar het ziekenhuis, berichtte het staatspersbureau SANA. De autobom werd door twee zelfmoordenaars tot ontploffing gebracht bij een hoofdkwartier van de veiligheidsdiensten. Ook verscheidene burgers raakten gewond.