Mobieltje viert 40ste verjaardag

static

"Joel, ik bel je met een 'echte' mobiele telefoon. Een draagbare handheld telefoon." Met die woorden opende Motorola-uitvinder Martin Cooper op 3 april 1973 het eerste mobiele telefoongesprek.

Het 'mobieltje' dat Cooper precies 40 jaar terug gebruikte woog ruim een kilo en was nauwelijks handiger dan de autotelefoons die daarvoor al bestonden. Het zou dan ook nog zo'n 10 jaar duren voor de eerste exemplaren op de markt werden gebracht. In Nederland brak de technologie zelfs pas echt door na de introductie van het GSM-netwerk in de jaren 90.

De ontvanger van het eerste gesprek, Joel Engel, zal er echter niet minder geïrriteerd door zijn geweest. Hij probeerde voor concurrent AT&T eveneens mobiele telefonie te ontwikkelen. AT&T wilde daarop zelfs een monopolie hebben. Cooper is er nog steeds trots op dat hij dat streven heeft kunnen dwarsbomen. "Meer competitie is beter", schreef de inmiddels 84-jarige Amerikaan dinsdag nog op zijn Twitteraccount.

Nu zijn mobieltjes en smartphones niet meer weg te denken uit onze samenleving en er zijn talloze telecomproviders die elkaar met de nieuwste technische snufjes de loef proberen af te steken. Er kan niet alleen draadloos worden gebeld; ook berichtjes schrijven, spelletjes, bankieren en andere online toepassingen behoren tot de mogelijkheden.

Toch vindt Cooper dat nog steeds niet alle mogelijkheden van de mobiele telefoon goed worden benut. "Het hele concept van data en mobiel computergebruik staat echt nog in de kinderschoenen", stelde hij onlangs in een interview op vaksite MobilizeMe.

Voor Cooper is de opkomst van de mobiele telefoon meer dan alleen een commercieel succesverhaal. "Het belangrijkste voordeel van draadloze communicatie is het verbeteren van de productiviteit en het verhogen van de welvaart, zodat mensen beter kunnen leven en beter kunnen functioneren", zo staat op zijn website. De gepensioneerde technicus betreurt het daarom dat toegang tot mobiel internet voor bijvoorbeeld arme boeren in de derde wereld nog steeds vaak niet te betalen is.