Autodiefstallen gehalveerd dankzij startonderbreker

Redactie

De sinds 1998 verplichte startonderbreker heeft de afgelopen vijftien jaar gezorgd voor een halvering van de autodiefstallen in Nederland. De baten zijn daarmee minstens drie keer zo hoog als de kosten, stellen de economen Jan van Ours en Ben Vollaard van Tilburg University.

Sinds 1998 moeten alle nieuwe auto's die worden verkocht in de Europese Unie zijn uitgerust met een elektronische startonderbreker. Een startonderbreker moet het moeilijk maken een auto te stelen zonder dat de sleutel in het contact zit. Inmiddels bevat bijna 95 procent van de auto's in Nederland een startonderbreker.

Tot nog toe was onbekend hoe groot het effect van de elektronische startonderbreker was op de autodiefstalcijfers en hoe de kosten van deze preventiemaatregel zich verhouden tot de baten. De onderzoekers berekenden dat het voorkomen van één autodiefstal ongeveer vijftienhonderd euro bespaart. Dit betekent dat dertig auto's moeten worden uitgerust met een startonderbreker van circa vijftig euro om een autodiefstal te compenseren.

Na het verplicht worden van de startonderbrekers lag het diefstalrisico van oudere auto's van 1995 tot 2008 ongeveer een kwart hoger. Toch halveerde het totaal aantal autodiefstallen in deze periode. Vooral onder de relatief kleine en goedkope auto's is het diefstalrisico volgens de onderzoekers, die cijfers van de Rijksdienst voor het Wegverkeer bestudeerden, afgenomen.

De daling bedraagt bij deze wagens meer dan zeventig procent. Voor grotere en duurdere auto's is de daling kleiner. In bijvoorbeeld het zogenoemde E-segment waar onder meer de BMW 5-serie toe behoort is het diefstalrisico met twintig procent afgenomen. "In de duurdere segmenten zijn meer professionele daders actief die moeilijker tegen zijn te houden", meldt de universiteit.