'Nederland moet olieraffinaderij Curaçao aanpakken'

Redactie

De Nederlandse regering moet Curaçao helpen een ernstig vervuilende olieraffinaderij aan te pakken. Dat vraagt de Curaçaose minister van volksgezondheid Ben Whiteman, meldt Zembla donderdag.

De raffinaderij zou milieunormen voortdurend aan haar laars lappen. Dat leidt structureel tot gezondheidsschade, zegt hoogleraar bestuursrecht Herman Bröring volgens het programma. Hij spreekt van onbehoorlijk bestuur omdat de overheid van Curaçao hier niet tegen optreedt. Daarom zou Nederland juridisch bevoegd zijn in te grijpen.

Uit onderzoeksrapporten zou blijken dat jaarlijks achttien mensen sterven door de verontreiniging van de raffinaderij. De uitstoot is volgens Zembla met enige regelmaat zo hoog, dat scholen in de omgeving moeten worden gesloten.

De uitstootnormen worden al decennia fors overschreden, blijkt volgens het programma uit metingen van de regering van Curaçao. Sinds 2008 krijgt Curaçao geld van Nederland voor de ontwikkeling naar zelfstandigheid. Een half miljoen was bestemd voor verbetering van de milieudienst, maar er is volgens Zembla nog altijd geen milieu-inspectie. Het geld is volgens Whiteman besteed aan tal van trainingsprogramma's voor mensen bij de milieudienst.

Minister van Koninkrijksrelaties Ronald Plasterk (PvdA) is niet van plan in te grijpen. Hij vindt volgens het programma dat Curaçao zelf verantwoordelijk is.

De raffinaderij is in 1915 door Shell gebouwd. In 1985 werd die voor het symbolische bedrag van een gulden verkocht aan de Antillen, zonder dat de milieuschade werd opgeruimd. Sindsdien verhuurt Curaçao de raffinaderij aan de staatsoliemaatschappij van Venezuela. Zembla wordt donderdagavond uitgezonden.