Kunstrovers eisen berechting in Nederland

Redactie

De schilderijen die zijn geroofd uit de Kunsthal in Rotterdam worden nooit gevonden als de Roemeense verdachten niet in Nederland worden berecht. Dat zegt advocaat Bogdan Cimbru vanuit Boekarest tegen De Telegraaf. Hij vertegenwoordigt kunstrover Radu D. en dienst moeder Olga.

De kunstrovers zijn in Roemenië aangehouden. Ze zouden bang zijn dat hun rechten in Roemenië worden geschonden. De verdachten willen volgens de advocaat een deal sluiten met justitie. "De officier van justitie weet dat nog niet, maar zal dat via deze publicatie in De Telegraaf vernemen", zegt de advocaat in de krant. Volgens hem is geen sprake van chantage . "De zaak behoort gewoon niet door Roemeense rechters te worden beoordeeld."

Cimbru wijst erop dat de roof op Nederlands grondgebied is gepleegd en dat al het bewijs ook in Nederland ligt. Daarom zou het ook hier moeten worden berecht. Volgens de advocaat wordt al veel gegraven in het dorp Macin, waar de verdachten vandaan komen. Er zijn volgens hem echter geen aanwijzingen over de verblijfplaats van de schilderijen. "Alleen mijn cliënt Dogaru weet waar dat is." De 19-jarige vriendin van Dogaru, die vorige week in Rotterdam werd opgepakt, weet volgens de advocaat helemaal niets van de schilderijenroof.

Justitie bevestigde woensdag na berichtgeving van de krant dat niet om uitlevering van de verdachten is gevraagd. "Ons onderzoek is gericht op het terugvinden van de schilderijen en op het berechten van de daders. Waar de berechting gebeurt is niet belangrijk, als het maar gebeurt", zei een woordvoerder.

Bij de roof in oktober werden in enkele minuten zeven schilderijen meegenomen uit de Kunsthal. Het ging om werken van Claude Monet, Pablo Picasso, Henri Matisse, Paul Gauguin, Meyer de Haan en Lucian Freud. De waarde van de buit werd tussen de vijftig en honderd miljoen euro geschat.