Slachtoffers Fukushima willen tegemoetkoming

Redactie

Advocaten hebben maandag namens een groep van achthonderd inwoners van Fukushima een rechtszaak aangespannen tegen de Japanse regering en het elektriciteitsbedrijf Tepco. Zij vorderen excuses en een tegemoetkoming van vierhonderd euro per maand, zo lang niet alle straling van het ongeluk met de kerncentrale van Fukushima Dai-ichi is weggewist.

"Twee jaar na de rampen heeft de overheid noch Tepco haar verantwoordelijkheid duidelijk erkend, noch hebben ze voldoende steun geboden om de schade te vergoeden", zegt Izutaro Managi, een van de advocaten. In Tokyo en elders worden meer rechtszaken voorbereid. Managi zei te hopen dat tienduizend mensen zich bij de zaken aansluiten.

Het was maandag twee jaar geleden dat de noordoostkust van Japan werd getroffen door een aardbeving en tsunami. Door de vloedgolf raakte de koeling van de reactoren van de kerncentrale onklaar en kwam het in drie reactoren tot een kernsmelting, waardoor straling vrijkwam. In het rampgebied wonen nog tienduizenden mensen in tijdelijke onderkomens, maar hun herhuisvesting laat op zich wachten.

"Ik wil ooit weer een echt 'thuis' hebben", zei Migaku Suzuki, een 69-jarige landarbeider in Rikuzentakata. Bij de tsunami verloor hij een zoon en zijn huis dat hij juist had afgebouwd.

Verder naar het zuiden, in de provincie Fukushima, verkeren 160 duizend evacués in onzekerheid of zij ooit nog naar hun woningen kunnen terugkeren. De ontworteling en de onzekerheid over de toekomst en de gezondheidseffecten op lange termijn, vooral voor hun kinderen, eisen een enorme psychische tol.

"Ik vertrouw de regering helemaal niet meer als het over gezondheid gaat", zegt de 42-jarige Masaaki Watanabe, die Minami-Soma is ontvlucht en niet van plan is daar naar terug te keren.

Yuko Endo, dorpschef in Kawauchi, zegt dat veel mensen niet meer terug zullen willen als het te lang gaat duren. De restricties worden stapsgewijs verlicht, nu het puin wordt geruimd en daken van huizen met de hand worden afgelapt. "Als ik te horen zou krijgen dat ik nog twee jaar moest wachten, zou ik ontploffen", zegt Endo, die vastbesloten is het dorp weer tot leven te brengen.

Het aantreden van een nieuwe regering eind vorig jaar heeft bij sommigen de hoop vergroot dat de autoriteiten meer vaart zetten achter het opruimen en de wederopbouw. De nieuwe premier Shinzo Abe bezoekt het rampgebied regelmatig en hij heeft aangekondigd het budget voor de wederopbouw op lange termijn te verhogen van 19 biljoen yen naar 25 biljoen yen (152 miljard-200 miljard euro).

Maar Japan kampt met economische problemen. De export stokt, de samenleving vergrijst en de enorme staatsschuld wordt alleen maar groter. Steden die de boel willen herbouwen hebben te maken met slinkende, vergrijzende bevolkingen en steeds ouder wordende inwoners die het opgeven om nog een baan te vinden. De tsunami en de kernramp hebben de lokale visverwerkende industrie om zeep geholpen en de toeristische sector een vernietigende klap toegebracht.

Daarnaast moet de kapotte kerncentrale worden afgebroken, een kostbare aangelegenheid die tientallen jaren kan gaan duren. Gesmolten reactorbrandstof moet worden gevonden en verwijderd, en verbruikte splijtstofstaven en de vele tonnen besmet koelwater dienen te worden verwerkt.

De vijftig overgebleven kernreactoren in Japan zijn na de ramp in Fukushima stilgelegd. Twee zijn afgelopen zomer weer opgestart om tekorten aan elektriciteit te ondervangen. De meeste Japanners zijn er tegen gekant meer reactoren weer in bedrijf te stellen, maar de huidige regering lijkt terug te komen op het besluit van de vorige regering om kernenergie uit te faseren. Abe zegt dat het tien jaar kan duren om te beslissen waar de toekomstige energiemix van Japan uit moet bestaan.