Standbeeld Rosa Parks onthuld

MarcusViridis

De Amerikaanse president Barack Obama heeft woensdag in de nationale beeldenzaal van het Capitool een standbeeld van mensenrechtenactiviste Rosa Parks onthuld. Parks' weigering in 1955 om in een bus op te staan voor een blanke man was een cruciaal moment in de burgerrechtenstrijd in de Verenigde Staten.

Obama zei dat Parks haar rechtmatige plek heeft ingenomen tussen degenen die de loop van de Amerikaanse geschiedenis hebben vormgegeven. "We doen er goed aan om hier een standbeeld van haar neer te zetten, maar we kunnen haar geen grotere eer bewijzen dan de kracht van haar principes en haar moed die uit overtuiging werd geboren verder uit te dragen", zei Obama. Parks is de eerste zwarte vrouw die in de beeldenzaal van het Capitool wordt geëerd met een manshoog standbeeld.

Parks werd gearresteerd toen ze in een bus in Montgomery, in de Amerikaanse staat Alabama, weigerde haar zitplaats af te staan. Haar daad zorgde ervoor dat een jonge geestelijke, Martin Luther King, een burgerrechtenleider van naam werd. Hij riep na de daad van Parks op tot een boycot van het busbedrijf, dat bijna failliet ging. Uiteindelijk schafte het bedrijf de rassenscheiding in de bus af. Het protest van Parks leidde tot meer protesten tegen de rassensegregatie.

Parks was een volwaardig mensenrechtenactivist, stelt Jeanne Theoharis, die de nieuwe biografie Het Rebelse Leven van Mevrouw Rosa Parks schreef. Haar aandeel wordt echter zelden gelijkgesteld aan dat van andere leiders zoals King, die de Nobelprijs voor de Vrede won. "Rosa Parks wordt doorgaans geëerd als een moedige vrouw, maar die eer richt zich op alleen die ene daad in de bus op 5 december 1955", aldus Theoharis, die als politicologe is verbonden aan de Brooklyn College-City University in New York. "Die moed (...) was het product van decennia van politiek werk dat daarvoor was verricht en hield decennialang stand", zei ze.

Parks - die op 24 oktober 2005 op 92-jarige leeftijd overleed - werd opgevoed door haar moeder en grootouders, die haar leerden dat respect eisen onderdeel is van gerespecteerd worden, zei Theoharis. Toen ze trouwde met Raymond Parks zette ze zich samen met hem in tegen de veroordeling van negen jonge mannen tussen de 12 en 19 die ervan werden verdacht twee blanke vrouwen te hebben verkracht. Ze werden later door een geheel blanke jury veroordeeld.

In de jaren 40 sloot Parks zich aan bij de mensenrechtenorganisaties en streed ze voor stemrecht voor zwarten en tegen seksueel geweld tegen vrouwen, aldus Theoharis. Na de busboycot in Alabama werden Parks en haar man ontslagen en bedreigd. Ze gingen in Detroit wonen waar Parks zich als activiste inzette tegen de oorlog in Vietnam en zich bezighield met armoede, woningkwesties en rassengelijkheid.

In 1996 kreeg Parks de Presidential Medal of Freedom en in 1999 de Congressional Gold Medal. Volgens Parks' nicht Rhea McCauley is dit eerbetoon echter anders. "De medaille kon je meenemen, op de schoorsteenmantel zetten", zei McCauley. "Maar haar aanwezigheid in deze zaal is permanent en kinderen kunnen naar het Capitool gaan en het gezicht van mijn tante zien."