Noodoplossing Fyra mogelijk een blijvertje

Redactie

Staatssecretaris Wilma Mansveld (Spoor) sluit niet uit dat de tijdelijke intercity tussen Den Haag en Brussel ook in de toekomst moet blijven rijden. Zij hoopt echter nog altijd dat de problemen met de gewraakte Fyra V250 snel worden opgelost, zodat deze snelle treinen weer kunnen worden ingezet tussen Amsterdam en Brussel.

Maar als dat onverhoopt niet lukt en er minder Fyra V250-treinen worden ingezet dan de nu geplande 16, dan zou de vervangende verbinding weleens een blijvertje kunnen worden. Dat schrijft Mansveld maandag in een brief aan de Tweede Kamer.

Het (gedeeltelijke) behoud van de trein tussen Den Haag en Brussel is een van de scenario's die Mansveld en de NS en de Belgische vervoerder NMBS bekijken om tot een definitieve oplossing te komen. Al die scenario's zullen begin april naar de Kamer worden gestuurd. Rond de zomer verwacht Mansveld van de NS nog een technische analyse over de problemen met de Fyra's.

Pas daarna kan worden gekozen voor een definitieve oplossing. Mansveld kan nu nog niet overzien hoe lang het gaat duren om de problemen met de V250 op te lossen, schrijft ze. Op het moment wordt door meer dan 200 mensen aan het materieel gewerkt. Onder die technici zijn ook mensen van AnsaldoBreda, de Italiaanse leverancier van de Fyra.