Twaalf jaar voor moord zonder lijk

Een 35-jarige man moet twaalf jaar de gevangenis in wegens doodslag op een man wiens lichaam tot op heden niet is gevonden. Dat heeft de rechtbank Noord-Nederland donderdag bepaald. De Turkse verdachte Cafer G. ontkent het slachtoffer, Michael de Vrieze uit het Friese Burum te hebben gedood.

De Vrieze werd op 11 of 12 april 2010 met geweld omgebracht in het huis van zijn vriendin aan de Jupiterstraat in Groningen. De rechtbank acht bewezen dat G. dat heeft gedaan.

G. vertrok na de moord naar Turkije, dat geen staatsburgers uitlevert. De man werd in december 2011 aangehouden in Moskou. Rusland leverde hem in maart uit aan Nederland.

Het slachtoffer is nooit meer gezien en zijn lichaam is niet gevonden. Voor een vrijwillige verdwijning, een onverwachte natuurlijke dood of een ongeluk zijn geen aanwijzingen, aldus de rechtbank in Groningen.

De rechtbank legde een zwaardere straf op dan de tien jaar die de officier van justitie had geëist. Omdat de verdachte ervoor heeft gezorgd dat het lichaam niet kan worden gevonden, verkeren de nabestaanden tot op de dag van vandaag in onzekerheid, en hebben zij niet de mogelijkheid om op een waardige wijze afscheid te nemen, motiveert de rechtbank de strafmaat. Daar komt nog bij dat G. heeft geprofiteerd van het geld van het slachtoffer.