Zaak rond 'Zes van Breda' moet over

De bijna twintig jaar oude moordzaak rond de zogenoemde 'Zes van Breda' moet opnieuw worden behandeld. Dat heeft de Hoge Raad dinsdag bepaald. Zes verdachten werden in de zaak in 1995 veroordeeld door het gerechtshof in Den Bosch vanwege doodslag in 1993 op een vrouw in een Chinees restaurant in Breda.

Drie mannen werden veroordeeld tot een gevangenisstraf van tien jaar. Drie vrouwen kregen lagere straffen, variërend van twaalf tot 21 maanden voor medeplichtigheid aan de moord. De drie vrouwen bekenden na lang onderzoek en verklaarden dat de drie mannen ook bij de zaak betrokken waren. De zes hebben hun straffen inmiddels uitgezeten.

In juni deed de procureur-generaal bij de Hoge Raad een verzoek om de veroordeling te herzien. Uit onderzoek was gebleken dat er geen enkel ondersteunend bewijsmateriaal is dat de zes bij de moord betrokken zijn geweest. De veroordeling werd uitsluitend gebaseerd op verklaringen van de drie vrouwelijke verdachten. Het lijkt erop dat deze verklaringen niet betrouwbaar zijn.

Twee getuigen zaten in de nacht van de moord in een bushokje en verklaarden niets te hebben gezien. Dat lijkt volgens de Hoge Raad in tegenspraak met de verklaringen van de vrouwen. De betreffende getuigenverklaringen zijn nooit opgenomen in het justitiedossier en zijn daardoor nooit gezien door de rechters die de zaak hebben behandeld.

Volgens de Raad is de kans groot dat de rechters een andere beslissing zouden hebben genomen als zij hadden beschikt over deze gegevens. De zaak moet nu opnieuw behandeld worden door een gerechtshof dat nog niet over de zaak heeft geoordeeld: het hof in Den Haag.