BP schikt over Deepwater Horizon

Redactie

Het Britse oliebedrijf BP heeft een schikking met de Amerikaanse overheid getroffen ter waarde van miljarden dollars vanwege de olieramp in de Golf van Mexico, twee jaar geleden. Daarnaast wordt twee werknemers van BP doodslag ten laste gelegd. Dat heeft een bron donderdag gezegd tegen persbureau AP.

De explosie en brand op Deepwater Horizon, in april 2010, kostte aan elf mensen het leven en zorgde voor een gigantisch olielek dat pas na 87 dagen werd gedicht. Naar schatting is in die periode zo'n 757 miljoen liter olie de Golf van Mexico in gelekt.

Volgens de bron, die anonimiteit bedong omdat hij geen toestemming had over de zaak te praten, bekent BP schuldig te zijn aan belemmering van de rechtsgang door te liegen tegen het Congres over hoeveel olie de zee in lekte.

Het gaat waarschijnlijk om een recordbedrag voor een schikking in een strafzaak. Het record was voorheen in handen van het medische bedrijf Pfizer, dat in 2009 1,3 miljard dollar (942 miljoen dollar) moest betalen vanwege een frauduleuze marketingcampagne voor vier medicijnen.

De deal met het Amerikaanse ministerie van justitie en beurswaakhond SEC betekent alleen dat BP geen verdere strafzaken of aanklachten van de SEC tegemoet hoeft te zien. Burgers kunnen nog altijd civiele rechtszaken aanspannen. In maart kondigde BP nog een schikking ter waarde van 7,8 miljard dollar aan met meer dan honderdduizend mensen en bedrijven voor medische en economische schade als gevolg van de olieramp.

BP heeft sinds de olieramp bedrijfsdelen verkocht om de schade te dekken. Een raffinaderij in Texas-Stad, vijf olie- en gasvelden in de Golf van Mexico en een distributiecentrum in het Britse Bristol zijn van de hand gedaan.


BP schikt over Deepwater Horizon (Foto: Novum)