Sinn Fein-lid aangeklaagd om IRA-lidmaatschap

Redactie

Een vooraanstaand lid van de Iers-nationalistische partij Sinn Fein is vrijdag in staat van beschuldiging gesteld wegens lidmaatschap van het Ierse Republikeinse Leger (IRA). Sinn Fein is woedend en zegt dat de actie tegen de 53-jarige Padraic Wilson indruist tegen de geest van het vredesakkoord van 1998.

De aanklacht tegen Wilson vloeit voort uit de moord op de 33-jarige katholiek Robert McCartney in 2005. Hij werd buiten een café in Belfast doodgestoken nadat hij in de pub woorden had gehad met IRA-leden.

Voor de moord is nooit iemand veroordeeld. Volgens de zussen van McCartney heeft het IRA zorgvuldig alle sporen op de plaats van het delict gewist, opnamen van bewakingscamera's verdonkeremaand en getuigen bedreigd. De zussen, de ervoor ijverden dat de daders zouden worden gestraft, zagen zich door de intimidaties gedwongen te verhuizen.

De zussen zeggen dat Wilson, een vertrouweling van Sinn Fein-voorman Gerry Adams en tot voor kort directeur internationale aangelegenheden van de partij, een van de twee IRA-figuren was die bij hen thuis langs waren geweest om hen te bewegen hun campagne te staken. Zij wisten toen nog niet wie hij was en welke functie hij bekleedde, maar later bleek dat hij een vertegenwoordiger was van een zevenkoppige raad die het IRA leidde.

Wilson bevestigde voor de rechter dat hij de aanklacht tegen hem begreep, maar legde verder geen verklaring af. Borgtocht werd hem geweigerd omdat volgens de politie het gevaar bestond dat hij de zussen McCartney en andere mogelijke getuigen zou bedreigen.

Gerry Kelly van het dagelijks bestuur van Sinn Fein eiste dat de aanklacht tegen Wilson werd ingetrokken. De actie van de politie betitelde hij als een 'politieke poppenkast'. Rechercheurs die aan de zaak werken zouden van hun taak ontheven moeten worden, 'voordat zij verdere schade toebrengen aan het vredesproces'.

Het vredesakkoord van 1998 stelt dat IRA-leden en andere paramilitairen die veroordeeld waren voor misdrijven gepleegd voor 1998, vrij zouden komen. Deze voorziening geldt echter niet voor mensen die zijn veroordeeld voor misdrijven die later zijn gepleegd.

Wilson heeft twee veroordelingen achter zijn naam: een van zes jaar voor bezit van explosieven in 1976 en een van 24 jaar wegens bezit van een autobom in 1991. Van 1995 tot 1999 voerde hij namens het IRA het bevel in de Maze-gevangenis in Noord-Ierland, tot hij op grond van het vredesakkoord werd vrijgelaten.