Sri Lanka begint afzettingsprocedure opperrechter
De Sri Lankaanse regering heeft donderdag een begin gemaakt met de afzettingsprocedure van Shirani Bandaranayake, de hoogste rechter van Sri Lanka. Ze wordt ervan beschuldigd haar bevoegdheden te buiten te zijn gegaan in een conflict tussen de regering en de rechterlijke macht.
Volgens regeringswoordvoerder Keheliya Rambukwella zijn de papieren voor de procedure donderdag ingediend bij de voorzitter van het Sri Lankaanse parlement. Waar Bandaranayake precies van wordt verdacht wilde de woordvoerder niet zeggen. Wel zei Rambukwella dat de motie waarmee de procedure in gang kan worden gezet is goedgekeurd door meer dan de vereiste 75 parlementsleden.
Parlementariër Pavithra Wanniarachi zei dat de aanklachten onder meer 'ambtsmisbruik en wangedrag' omvatten. Meer details wilde ze niet geven.
De belangrijkste Sri Lankaanse oppositiepartij, de Verenigde Nationale Partij, veroordeelde de stap, die er alleen maar op gericht zou zijn om de rechterlijke macht te intimideren. "We zijn tegen elke inmenging in de rechtspraak of pogingen van de rechtspraak een politiek werktuig te maken", aldus partijsecretaris Tissa Attanayake. De partij gaat echter wel meewerken aan het onderzoek naar de aanklachten die tegen Bandaranayake zijn ingediend, om ervoor te zorgen dat het onderzoek niet partijdig is.
Nu de motie is ingediend is het aan de parlementsvoorzitter om te bepalen of de zaak tegen Bandaranayake gegrond is. Vervolgens moet er, na een debat, gestemd worden over de afzettingsprocedure. Om daadwerkelijk tot afzetting over te kunnen gaan moet de helft van het parlement, 113 leden, akkoord gaan. De regering heeft een tweederde meerderheid, dus de motie wordt naar verwachting aangenomen.
De regering en de rechterlijke macht liggen al maanden met elkaar in de clinch. De regering paste vorig jaar de grondwet aan, waarmee president Mahinda Rajapaksa het recht kreeg om de opperrechter te benoemen, de politiechef en de voorzitter van de kiescommissie. Op die manier probeert Rajapaksa de onafhankelijkheid van deze instituties in te perken.