Politiek zorgt voor zwalkende ontwikkelingshulp

anoniem_22072019025900

De Nederlandse regering is niet altijd consequent in de eisen die worden gesteld bij het geven van directe ontwikkelingshulp aan landen. De Tweede Kamer is daar mede debet aan. Dat concludeert de Algemene Rekenkamer na onderzoek naar de begrotingshulp aan Uganda.

In totaal besteedde Nederland vorig jaar 127,3 miljoen euro aan directe begrotingssteun voor ontwikkelingslanden. Regeringen kunnen met dat geld tot op zekere hoogte zelf bepalen waar het geld aan besteed wordt.

Nederland heeft zich aangesloten bij een internationale verklaring waarin staat hoe landen effectief en transparant dit soort begrotingshulp kunnen geven. De eisen aan de verantwoording moeten helder zijn. "Voorspelbaarheid en wederzijds vertrouwen zijn hierbij belangrijk", schrijft de rekenkamer.

De rekenkamer constateert dat Nederland zich daar in het geval van Uganda niet altijd aan houdt. Geregeld worden, bijvoorbeeld onder druk van het parlement, aanvullende eisen gesteld, terwijl het oorspronkelijke eisenpakket al goed was. "Soms worden naar aanleiding daarvan en zonder overleg met collega-donorlanden betalingen opgeschort."

De rekenkamer constateert dat deze praktijk de ontwikkelingshulp niet ten goede komt. "Bij het tussentijds aan ontwikkelingslanden vragen van extra verantwoordingsinformatie zou een bepaalde mate van terughoudendheid bij zowel het kabinet als het parlement gepast zijn."