Moeizame hulpverlening na bevingen China

Redactie

De hulpverlening voor de slachtoffers van de aardbevingen in China, die sinds vrijdag aan 81 mensen het leven hebben gekost, komt moeilijk op gang. Sommige gebieden zijn nog steeds moeilijk begaanbaar en er hebben nog steeds naschokken plaats.

De eerste beving, met een momentmagnitude van 5,6, had vrijdag plaats op de grens tussen de provincies Guizhou en Yunnan. Duizenden huizen stortten in en wegen werden door aardverschuivingen en rotslawines bedolven. Niet veel later volgde een tweede, even krachtige beving. Een woordvoerder van het seismologisch bureau in Yunnan zei zondagmiddag dat er tot dusver 279 naschokken hebben plaatsgehad.

Ook zondag hadden er nog steeds naschokken plaats. Het meest recente dodelijke slachtoffer is een 2-jarig kind die zaterdagavond werd bedolven onder een muur.

De Chinese autoriteiten hebben meer dan tweehonderdduizend mensen uit het gebied geëvacueerd. Alle 110 duizend inwoners van het stadje Jiaokui, zo'n drie kilometer van het epicentrum van de beving, zijn geëvacueerd maar velen hebben geen onderdak. "Ze leven in de open lucht", zei een regeringsfunctionaris uit het stadje. "We hebben dringend behoefte aan tenten en dekens. We hebben maar 2200 tenten ontvangen."

Een inwoner van het stadje Luozehe, dat net als Jiaokui vlakbij het epicentrum van de beving ligt, klaagde ook over een gebrek aan hulp. "Het is erg heet hier en we hebben niet genoeg drinkwater of tenten."

Volgens persbureau Xinhua zijn er tot dusver ruim elfduizend tenten, 8500 dekens, zesduizend jassen en andere voorraden bezorgd in Yiliang, de regio in Yunnan waar zowel Jiaokiu als Luozehe in gelegen zijn. Meer voorraden zijn onderweg, aldus Xinhua.