'Vrijlating Oerlemans te vroeg gemeld'

Redactie

De in Syrië ontvoerde fotograaf Jeroen Oerlemans was nog niet op vrije voeten toen minister van Buitenlandse Zaken Uri Rosenthal (VVD) dat vorige week donderdag in Nieuwsuur meldde. Hij dreigde op dat moment zelfs nog mee terug te worden genomen naar Syrië, concludeert NRC Handelsblad zaterdag in een reconstructie.

Oerlemans zou zijn ontvoerd door religieuze fanaten die zeiden van Al-Qaida te zijn. Het zou om Tsjetsjenen gaan. Strijders van het Vrije Syrische Leger bevrijdden hem uiteindelijk, bij de bevrijding zouden de ontvoerders weinig of geen tegenstand hebben geboden.

De bevrijding zou zijn georganiseerd door sjeik Farwaz, een lokale commandant van het Vrije Syrische Leger. Hij staat volgens de krant in nauw contact met de Turkse geheime dienst.

De bevrijders brachten hem over naar een 'overgangshuis' in Reyhanli in Turkije. Hij was dan wel bevrijd van zijn ontvoerders, maar zijn bevrijders wilden hem toen, laat in de avond, nog niet laten gaan. Zij wilden goede sier maken met de bevrijding van Oerlemans en een andere journalist en hoopten de volgende dag meer aandacht te krijgen.

Een collegajournalist van Oerlemans bij de NRC en vrienden van de andere gegijzelde waren toen al in de buurt om naar hen te zoeken en reisden met een veiligheidsexpert af naar het overgangshuis. Daar werden zij ook twee uur vastgehouden. Er werd gedreigd Oerlemans en de andere bevrijde gijzelaar mee terug naar Syrië te nemen. Later kwamen twee Turkse geheim agenten aanrijden die hen ook wilden meenemen.

Rosenthal had toen in Nieuwsuur al verteld dat Oerlemans vrij was. Pas ruim anderhalf uur later, rond middernacht, lukte het volgens de krant met hulp van een advocaat van de New York Times om de journalisten weg te krijgen.

Daarna bleek dat de Britten iemand in het gebied klaar hadden staan om de andere gegijzelde, John Cantlie, op te vangen. Voor de opvang van Oerlemans arriveerden de volgende ochtend twee consulaire medewerkers.

De betrokken journalisten waren volgens de krant verbaasd over de uitspraken van Rosenthal. De Turkse geheime dienst, die een belangrijke rol speelde bij de bevrijding, had gevraagd tot de volgende dag niets over de zaak naar buiten te brengen.