Onenigheid in EU over grenscontroles

Redactie

De 27 ministers van binnenlandse zaken van de Europese Unie hebben donderdag een voorstel verworpen dat het Europees Parlement toezicht zou geven op de instelling van grenscontroles door nationale regeringen.

Het Schengenverdrag, waaronder binnen het grootse deel van Europa zonder paspoort kan worden gereisd, is een van de belangrijkste wapenfeiten van de EU. In het verdrag staat echter dat de individuele landen de vrije beweging van mensen over hun grenzen kunnen tegenhouden als er 'een serieuze bedreiging voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid is'. Nu veel Europese landen kampen met economische crises, staat het verdrag vanwege illegale migratie uit landen van buiten de Schengenzone onder druk.

De ministers ontmoetten elkaar donderdag in Luxemburg om een voorstel van EU-commissaris voor binnenlandse zaken Cecilia Malström te bespreken. Het voorstel zou het Europees Parlement meer zeggenschap geven over wanneer en hoelang grenscontroles kunnen worden ingesteld.

Frankrijk en Duitsland hebben, samen met enkele andere landen, al vaker aangegeven dat naar hun mening de nationale regeringen daarover moeten beslissen. "We staan klaar om te handelen als de veiligheid van de burger in gevaar is", zei de Duitse minister van binnenlandse zaken Hans-Peter Friedrich.

Malmström zei teleurgesteld te zijn over de uitkomst van het overleg, maar voegde eraan toe dat onderhandelingen over de kwestie door zullen gaan, met als doel een 'Europees mechanisme' te bewerkstelligen.

Ook parlementsvoorzitter Martin Schulz toonde zich teleurgesteld. "Vrije beweging in een gebied zonder interne grenzen is een van de pilaren van de Europese Unie", zei hij. "Het Europese Parlement accepteert geen enkele extra reden voor het instellen van grenscontroles zonder een goed mechanisme om te evalueren en controleren of het noodzakelijk is of niet."