Leers vindt pardonregeling onwenselijk

Redactie

Een generaal pardon is onwenselijk en niet voor herhaling vatbaar. Het generaal pardon uit 2007 was een noodgreep om een 'prop' van oude asielprocedures op te lossen, zegt minister voor Immigratie, Integratie en Asiel Gerd Leers (CDA) in een reactie op een onderzoek naar de uitvoering van de pardonregeling voor 28.000 asielzoekers.

"Een pardonregeling heeft slechts een beperkt oplossend vermogen omdat een pardonregeling uitsluitend op het heden ziet, niet op de toekomst", schrijft de bewindsman dinsdag in een brief aan de Tweede Kamer. De huidige maatschappelijke discussie over uitgeprocedeerde vreemdelingen toont dit volgens hem aan. Een kinderpardon zoals bepleit door GroenLinks lost volgens de bewindsman de problemen niet op.

Een generaal pardon ondermijnt verder het terugkeerbeleid van het kabinet. "Oplossingen die een bonus zetten op langdurig verblijf, zullen het probleem van langdurig illegaal in Nederland verblijvende vreemdelingen enkel versterken", schrijft hij. "Het geeft afgewezen asielzoekers de hoop dat lang genoeg wachten uiteindelijk wordt beloond en vreemdelingen zullen minder of helemaal niet geneigd zijn om aan hun terugkeer te werken."

Leers' beleid is gericht op structurele maatregelen die moeten voorkomen dat mensen langdurig in Nederland verblijven zonder perspectief op toekomst. Asielzoekers moeten snel duidelijkheid krijgen over hun aanvraag en als die is afgewezen, staat hun terugkeer naar het land van herkomst centraal.

Uit het rapport blijkt dat de uitvoering van de pardonregeling goed is verlopen. Tot en met 2010 zijn ruim twaalfduizend asielzoekers die een verblijfsvergunning kregen met een inburgeringstraject begonnen. Het merendeel vroeg direct een uitkering aan. De helft van de volwassenen had in 2009 een baan of volgde een studie.