'Mohammed B. wilde medegevangene vermoorden'

bennootje

Mohammed B., de moordenaar van Theo van Gogh, heeft vorig jaar in de gevangenis geprobeerd om medegedetineerde Jesse R. te vermoorden. Hij had zijn aanval op R., een van de hoofdverdachten in het liquidatieproces Passage, vooraf aangekondigd, zo schrijft Vrij Nederland. Het blad had inzage in een recente uitspraak van de Raad voor Strafrechtstoepassingen Jeugdbescherming (RSJ).

Eind mei ging B. op de luchtplaats van de extra beveiligde inrichting R. te lijf. B. had die dag bergschoenen aangetrokken en had volgens R. in de voorgaande maanden bokstraining gevolgd.

B. heeft volgens Hetty Cremers, de advocate van R., vooraf gezegd dat hij een cipier of een medegevangene zou gaan vermoorden. Hij wilde Ali A., een andere verdachte in het liquidatieproces, van het leven beroven omdat hij een slechte moslim zou zijn, of R. 'want die is een boeddhist en doet toch niks terug'.

De keuze viel op 27 mei op R.. Een derde gevangene, de beruchte overvaller Eric Jan Q., kwam tussenbeide en wist R. te ontzetten. Die liep slechts een blauw oog op.

Volgens Cremers weigerden acht cipiers in te grijpen. Ze vindt het ook onbegrijpelijk dat B. en R. tegelijkertijd werden gelucht.

De gevangenisdirectie ontkent dat B. eerder bedreigingen heeft geuit. Bij de knokpartij heeft het personeel 'snel en adequaat' gereageerd, laat de directie weten aan Vrij Nederland. De beklagcommissie van de inrichting is wel van oordeel dat B. en R. niet samen gelucht mochten worden en heeft een tegemoetkoming van 25 euro aan R. toegekend.

Cremers stapt naar het Europees hof met de klacht over het gelijktijdig luchten van B. en haar cliënt. R. heeft aangifte gedaan van poging tot moord. Het is nog onduidelijk of justitie B. hiervoor gaat vervolgen.