Grieks financieringsgat mogelijk groter dan gedacht

Redactie

De Griekse overheid en private schuldeisers praten donderdagavond verder over de torenhoge schuldenlast van het land. Ondertussen nemen de zorgen toe dat de financieringsbehoefte van Griekenland mogelijk groter is dan eerder werd gedacht.

Functionarissen uit de eurozone kwamen in oktober overeen om Griekenland financieel te steunen met een pakket dat zou zorgen dat de schuld in 2020 niet hoger zou zijn dan 120 procent van het bruto binnenlands product (bbp). Sindsdien is de Griekse economie echter verder verslechterd en is het begrotingstekort opgelopen tot bijna 10 procent van het bbp. De nieuwe schuld- en duurzaamheidsanalyse, die de Europese Unie (EU) en het Internationaal Monetair Fonds (IMF) bekendmaken zodra de Griekse gesprekken met private schuldeisers zijn afgerond, zorgt er wellicht voor dat er opnieuw nagedacht moet worden over de omvang van de financiering die Griekenland nodig heeft om de rest van het decennium met de schuld om te gaan.

De herstructurering van de Griekse schuld zou volgens planning moeten bestaan uit een schuldenruil waarbij de schuldeiser, die in totaal ongeveer 200 miljard euro aan Griekse obligaties in handen hebben, de schuldpapieren ruilen voor nieuwe papieren die de helft waard zijn. Een belangrijk twistpunt is de rente op de nieuwe obligaties. Duitsland en het IMF hebben de schuldeisers opgeroepen een coupon van ver onder de 4% te accepteren, terwijl beleggers tot nu toe hebben aangedrongen op 4 procent als een minimum.

Het IMF en de sterkere eurozonelanden zijn tegen een hoge coupon, deels omdat zij Griekenland het geld moeten lenen en deels omdat een hoge rente het minder waarschijnlijk maakt dat Griekenland de schuld daadwerkelijk onder controle weet te krijgen.

Er blijven daardoor twee opties over: er bij private schuldeisers op aandringen meer afschrijvingen te accepteren, of accepteren dat de eurozonelanden en het IMF meer bij moeten dragen.

Het aan de private schuldeisers verbonden pakket is onderdeel van het tweede financiële steunpakket voor Griekenland ter waarde van 130 miljard euro. Zonder overeenstemming met de private schuldeisers zullen de regeringen niet bij willen dragen aan het pakket. Het lijkt er nu op dat één groep meer moet betalen als uit de schuld- en duurzaamheidsanalyse blijkt dat Griekenland meer financiering van tevoren nodig heeft.

Omdat de gesprekken met de schuldeisers al gecompliceerd zijn lijkt het erop dat elke extra bijdrage bij de lidstaten van de eurozone vandaan moet komen.