Tunesië viert verjaardag Arabische Lente

Tunesiërs en buitenlandse hoogwaardigheidsbekleders hebben zaterdag de eerste verjaardag van de Arabische Lente gevierd. In Tunesië werd stilgestaan bij de revolutie die een einde maakte aan het regime van de Tunesische oud-president Zine El Abidine Ben Ali.

De opstand in Tunesië begon op 17 december 2010, toen de fruitverkoper Mohammed Bouazizi zich in brand stak nadat hij door een agente was geslagen en vernederd omdat hij geen verkoopvergunning kon overhandigen. Hij werd met ernstige verwondingen in het ziekenhuis opgenomen, maar overleed niet veel later. Zijn daad bracht een schokgolf teweeg onder de Tunesische bevolking.

De protesten tegen Ben Ali verspreiden zich over heel Tunesië. Jaren van opgekropte woede en frustatie kwamen naar de oppervlakte en leidden op 14 januari vorig jaar tot het vertrek van Ben Ali.

Een jaar later is een mensenrechtenactivist president, terwijl een gematigde moslim die ten tijde van het vorige regime jaren vastzat aan het hoofd staat van een coalitieregering. Met andere Arabische hoogwaardigheidsbekleders aan hun zijde, onder wie de Algerijnse president Abdelaziz Bouteflika en het hoofd van de Libische interim-regering Mustafa Abdel-Jalil, herdachten zij de verdrijving van Ben Ali.

Als land dat de Arabische Lente inleidde, lijkt Tunesië het verst in zijn politieke gedaanteverandering. Desondanks zijn de zorgen in het land over de hoge werkloosheid groot en heeft het inzicht postgevat dat verdere veranderingen niet eenvoudig van de grond zullen komen.

Het werkloosheidscijfer bedraagt momenteel twintig procent en is daarmee zeven procent hoger dan vorig jaar. De economie groeit niet, terwijl investeringen in het land opdrogen. Toeristen, voorheen een belangrijke tak van de Tunesische economie, zijn grotendeels verdwenen.