Amsterdam al duizenden jaren eerder bewoond

Redactie

Amsterdam was al aan het eind van de nieuwe steentijd 4600 jaar geleden bewoond. Dat is millennia eerder dan voorheen werd gedacht. Dat zegt stadsarcheoloog Jerzy Gawronski in maandblad Ons Amsterdam na onderzoek onder het Damrak en het Rokin, dat mogelijk werd door de aanleg van de Noord/Zuidlijn.

Tot nog toe beginnen de verhalen over Amsterdam op zijn vroegst rond het jaar 1000, toen de eerste ontginners het drassige Amstelland introkken. Veelal werd aangenomen dat in de eeuwen daarvoor de grond te waterrijk was voor bewoning.

In de bodem van het Damrak en Rokin zijn tijdens de aanleg van de Noord/Zuidlijn echter 450 duizend vondsten gedaan. Hieronder zijn een stenen strijdhamer en een hamer gemaakt uit een gewei uit de laatste fase van de nieuwe steentijd.

Ook zijn een hamerbijl uit ongeveer 2200 voor Christus, een scherf van een Veluwse klokbeker, een benen priem en runder-, schapen-, geiten-, varkens-, beer- en beverbotten gevonden. Uit de bronstijd, ongeveer drieduizend jaar geleden, zijn eveneens voorwerpen gevonden, zoals een lanspunt en een maalsteen. Verder zijn aardewerkscherven uit de vroege middeleeuwen aangetroffen.

Uit deze vondsten leidt de stadsarcheoloog af dat ter plekke of er vlakbij prehistorische bewoning moet zijn geweest. De bewoners zouden het nomadische stadium van de jagers en verzamelaars voorbij zijn geweest. Noten en vruchten verzamelen, vissen en wat jagen dienden als aanvulling op akkerbouw en wat veeteelt.

De vondsten uit latere tijden wijzen erop dat er van de nieuwe steentijd tot aan de vroege middeleeuwen steeds mensen moeten hebben gewoond. Na ingrijpende landschapsveranderingen door stormen en overstromingen ontstond aan het eind van de twaalfde eeuw uiteindelijk een plek aan de rivier in de Amstel en het IJ waar een nieuwe nederzetting zou uitgroeien tot het huidige Amsterdam.