Recordaantal mbo-diploma's door regels kinderopvang

Een recordaantal mbo-leerlingen behaalde vorig schooljaar een diploma. Ruim 197 duizend leerlingen behaalden deze vorm van beroepsonderwijs. Dat blijkt dinsdag uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Oorzaak zijn volgens het CBS de nieuwe regels in de kinderopvang, waardoor het halen van een diploma nodig is.

In de Wet kinderopvang is vastgelegd dat gastouderopvang alleen nog wordt vergoed als gastouders gediplomeerd zijn. Daardoor slaagden bij de richting zorg en welzijn vorig jaar vier keer zo veel geslaagden als in het schooljaar 2008-2009.

Meisjes die de basisschool verlaten met het advies om op het vmbo de gemengde en theoretische leerweg te volgen, stromen daarna vaker door naar een hoger niveau dan jongens en zakken ook minder vaak af naar een lager niveau. Na vijf jaar had zeventien procent van de meisjes die in 2005 met deze leerweg begonnen, een havodiploma gehaald. Bij de jongens bleef dit steken op negen procent.

Per student werd in 2010 meer dan negenduizend euro uitgegeven. Dit is ongeveer hetzelfde bedrag als in voorgaande jaren. Nederland scoort hiermee in vergelijking met andere landen hoog. Wel namen in veel landen de uitgaven per student tussen 2000 en 2008 toe. Vooral Duitsland, België en Zweden komen dichterbij.

In verschillende regio's zijn de verschillen in opleidingsniveau groot. In de provincie Utrecht heeft ruim 41 procent van de 25- tot 65-jarigen een hbo- of wo-diploma. In Zeeland ligt dit gemiddelde bij de leeftijdsgroep een stuk lager: slechts 24 procent heeft hier een diploma van het hoger beroepsonderwijs.