Onderwijsdirecteuren mogen meer verdienen

Harry

De maximale beloning voor onderwijsdirecteuren in het primair en wetenschappelijk onderwijs is verhoogd na overleg met de sector. Zij mogen meer verdienen dan in het oorspronkelijke voorstel van minister van Onderwijs Marja van Bijsterveldt (CDA) uit juni. Dat blijkt uit een brief die de minister vrijdag aan de Tweede Kamer heeft gestuurd.

Uit de Kamerbrief blijkt dat de minister wil dat bestuurders in het primaire onderwijs vijf procent meer mogen verdienen dan oorspronkelijk voorgesteld. De maximale beloning is gestegen van 153 naar 161 duizend euro.

"Dit doet recht aan de ontwikkelingen in de sector", schrijft de minister. De bestuurders moeten in deze sector steeds vaker 'verregaand strategisch samenwerken' met kinderopvangorganisaties en peuterspeelzalen, stelt ze.

Het salarisplafond in het wetenschappelijk onderwijs is gelijk getrokken met de balkenendenorm van 223.666 euro. Eerder was een maximum voorgesteld van 217 duizend euro.

"Universiteiten zijn door hun substantiële onderzoekscomponent qua zwaarte van de bestuursfunctie gelijkwaardig met onderzoeksinstellingen als de NWO en de KNAW", legt de minister uit. Ook is een hogere norm volgens haar gerechtvaardigd omdat de universiteiten steeds vaker moeten samenwerken met de academische ziekenhuizen.

De onderwijssectoren hebben toegezegd om naast de maximale norm ook lagere salarisklassen vorm te geven. Hiermee wil de minister voorkomen dat door het stellen van een norm, het salaris van alle onderwijsdirecteuren een 'opwaartse beweging' gaat maken.

De maximale beloningen wil Van Bijsterveldt vastleggen in een ministeriële regeling die afdwingbaar is. Tot nu gold voor de gehele onderwijssector een vrijwillige maximale beloning ter hoogte van de balkenendenorm.