Oud-directeur moet SGBB 24,5 miljoen betalen

Oud-directeur van woningcorporatie SGBB Gerard van der Z. moet een voorschot van ongeveer 24,5 miljoen euro aan schadevergoeding betalen aan zijn voormalige werkgever. Dat heeft de rechtbank in Utrecht bepaald.

SGBB wilde dat Van der Z. alvast 46 miljoen euro zou ophoesten, maar de rechtbank stelt dat dat bedrag niet geheel toewijsbaar is wegens het ontbreken van bepaalde gegevens. De uitspraak werd gedaan in een civiele zaak tegen Van der Z., die de woningcorporatie tegen hem heeft aangespannen.

Van der Z. wordt, samen met anderen, nog strafrechtelijk vervolgd wegens onder meer oplichting van SGBB, valsheid in geschrifte, witwassen, verduistering en omkoping. Hij was van september 2003 tot eind 2008 de enige bestuurder van SGBB.

In de periode dat Van der Z. directeur was van SGBB zijn veertig projecten aanbesteed, zo blijkt uit het vonnis van de rechtbank. Hiermee is een bedrag van honderden miljoenen euro gemoeid. Uiteindelijk bleek dat er veel werd gekocht en aan planvorming werd gedaan, maar van daadwerkelijke bouw kwam het nauwelijks.

Van de veertig projecten zouden er elf zijn opgezet met een vennootschap van een kompaan van Van der Z.. In die projecten stak SGBB ruim 180 miljoen euro. Met name vanwege deze transacties lichtten vijf klokkenluiders van SGBB de rijksoverheid in. Die liet onderzoek doen, naar aanleiding waarvan de directeur op non-actief werd gesteld. SGBB besloot verder te gaan graven. Van der Z. werd niet veel later ontslagen en er werd aangifte tegen hem gedaan.

Uit het strafrechtelijk onderzoek is onder meer gebleken dat Van der Z. ervoor zorgde dat namens SGBB onroerend goed tegen een te hoge prijs werd gekocht, dat hij de raad van toezicht van SGBB onjuist en onvolledig heeft voorgelicht en dat hij over de elf projecten een verdeling van de opbrengsten had afgesproken.