Nederland gaat ook politiekader Kunduz trainen

Redactie

Nederland gaat in de Afghaanse provincie Kunduz ook lager politiekader en Afghaanse politietrainers opleiden. Dat staat in een vrijdag verstuurde brief van het kabinet aan de Tweede Kamer.

In Kunduz is behoefte aan opleiding van lager politiekader, Afghaanse politietrainers, politieagenten van buiten Kunduz en agenten van de grenspolitie. Nederland gaat voorzien in het trainen van de eerste twee groepen. De mogelijkheden om ook agenten uit andere provincies en agenten van de grenspolitie op te gaan leiden worden nog onderzocht.

Bij de training van het lagere kader gaat het om onderofficieren, die bijvoorbeeld de leiding hebben over checkpoints. Zij krijgen acht weken training, boven op de basiscursus van eveneens acht weken. Daarin staat de 'ontwikkeling van managementvaardigheden' centraal. Als de onderofficieren niet kunnen lezen en schrijven, moeten ze eerst een alfabetiseringscursus van zes weken volgen.

Het kabinet verruimt de missie omdat er nu te weinig werk is voor de politietrainers, wegens gebrek aan rekruten. Vorige maand keerden zeven Nederlandse politietrainers terug omdat ze niets te doen hadden. Met de uitbreiding van de missie hoopt het kabinet voor voldoende werk te zorgen voor tien politietrainers. Het zorgt ervoor dat er meer rendement uit de missie kan worden gehaald, stelde Rosenthal.

"We hebben leergeld betaald", zei de bewindsman over de afgelopen periode. "Je leert ervan dat je heel secuur moet zijn in het voorspellen van het aantal mensen dat je in de klas krijgt."

De Nederlandse missie moet strikt civiel zijn. Dat is vooral op aandringen van GroenLinks, een van de oppositiepartijen die het kabinet aan een meerderheid helpen voor de missie. Vooral het opleiden van agenten van de grenspolitie is daardoor controversieel, omdat die ook militaire taken hebben.

Er zijn echter plannen om de militaire en civiele taken van de grenspolitie te scheiden. Daardoor zou de opleiding van grensagenten wel aan de civiele voorwaarden voldoen. "Van offensieve operaties mag geen sprake zijn", benadrukte de bewindsman.

Over de uitbreiding van de missie is volgens Rosenthal overleg geweest met de oppositiepartijen die de missie steunen. Behalve GroenLinks zijn dat D66 en de ChristenUnie. De bewindsman denkt dan ook dat hij een meerderheid van de Kamer achter zich krijgt.

Het kabinet stemde vrijdag in met de uitbreiding van de missie. De brief aan de Tweede Kamer is ondertekend door minister van Buitenlandse Zaken Uri Rosenthal (VVD), minister van Defensie Hans Hillen (CDA), minister van Veiligheid en Justitie Ivo Opstelten (VVD) en staatssecretaris van Buitenlandse Zaken Ben Knapen (CDA).