Damschreeuwer voor rechtbank in Amsterdam

Redactie

De man die de dodenherdenking op de Dam in Amsterdam vorig jaar verstoorde met een schreeuw moet zich donderdag verantwoorden voor de rechtbank in Amsterdam. In een interview met de Volkskrant zegt hij donderdag dat hij geen spijt heeft van zijn daad.

De 39-jarige man zegt in de krant dat hij het erg vindt dat er gewonden gevallen zijn, maar vindt dat niet zijn schuld. "Dat kwam door de vallende hekken, iemand riep 'bom, bom', een meisje begon te gillen. De paniek ontstond nadat ik was gearresteerd."

In de krant vertelt de man, die zichzelf David noemt, dat hij op 4 mei 2010 op weg was naar zijn stamkroeg op de Zeedijk. "Ik had een behoorlijke slok op, was nog net niet lam, en ergerde me eraan dat ik niet kon doorlopen. Ik heb er geen seconde bij nagedacht dat het dodenherdenking was."

Hij zegt van zijn schreeuw geen spijt te hebben. Zijn eerste advocaat zei eerder van wel, maar dat was hij niet met haar eens. "Als ik niet mag schreeuwen, dan kunnen we 5 mei ook wel afschaffen. We leven in een vrij land."

De schreeuwer werd vijf weken vastgehouden omdat hij koningin Beatrix in gevaar zou hebben gebracht. Kort na zijn vrijlating werd hij weer opgepakt toen hij probeerde het Nationaal Monument op de Dam te beplakken. Tijdens de dodenherdenking van dit jaar zat hij in de cel wegens winkeldiefstal.