Hof moet opnieuw kijken naar zaak verbrand lijk

Redactie

Het gerechtshof in Den Haag moet zich opnieuw buigen over de moord op een man van wie het deels verbrande stoffelijk overschot in oktober 2008 in Rotterdam werd gevonden. Het hof heeft onvoldoende aangegeven waarom bepaald belastend bewijs niet mag worden gebruikt. Dat heeft de Hoge Raad dinsdag bepaald.

Het bewijs dat opnieuw moet worden beoordeeld betreft kentekenregistraties van de auto van de verdachte en het slachtoffer. De gegevens uit de kentekenregistraties komen niet overeen met de verklaring van de verdachte. Ze werden door het hof echter als bewijs uitgesloten, omdat ze vernietigd hadden moeten worden en het gebruik ervan een inbreuk op de privacy van de verdachte zou vormen.

De verdachte in de zaak werd in juni 2010 door het hof vrijgesproken van de moord op het slachtoffer, omdat niet vastgesteld kon worden of zijn alibi over zijn verblijfsplaats onjuist is. Hij kreeg wel 34 maanden cel opgelegd voor het wegwerken en verbranden van het stoffelijk overschot van het slachtoffer en het kweken en verhandelen van hennep. Ook was hij volgens het hof schuldig aan het bezit van vervalste merkkleding.

De politie kwam de verdachte op het spoor, nadat tijdens een onderzoek naar een hennepkwekerij in een pand in Bergschenhoek een bebloed luchtbed werd aangetroffen. Dna-onderzoek wees uit dat het ging om bloed van het slachtoffer.

Uit gegevens van de telefoon van het slachtoffer bleek dat hij vlak voor zijn dood contact had gehad met de verdachte. De verdachte zegt dat ze elkaar in het pand in Bergschenhoek hebben ontmoet en dat het slachtoffer daarna ook weer was vertrokken, waarna er nog telefonisch contact zou zijn geweest.

Het Openbaar Ministerie was het niet eens met het oordeel van het hof en stapte naar de Hoge Raad. Die oordeelt nu dat het hof onvoldoende heeft afgewogen of het gebruik van de kentekengegevens echt te ver gaat. Volgens de Hoge Raad levert een schending van de privacy niet zonder meer een inbreuk op de waarborg van een eerlijk proces. Het hof moet van de Hoge Raad overigens alleen opnieuw een beslissing nemen over of de verdachte schuldig is aan de moord of doodslag op het slachtoffer.