Berlijn en Parijs willen 'regering' voor eurozone

Redactie

Duitsland en Frankrijk hebben dinsdag voorstellen gepresenteerd voor een 'regering' voor de eurozone. De voorzitter van de Europese Raad, ook wel de president van de Europese Unie genoemd, zou deze regering moeten leiden.

De Duitse bondskanselier Angela Merkel sprak dinsdag in Parijs met de Franse president Nicolas Sarkozy over de economische en financiële perikelen in Europa. Beide leiders willen dat de zeventien bij de eurozone aangesloten landen het verplicht samenstellen van sluitende begrotingen in hun grondwetten verankeren. Ook moeten de landen hun economische beleid beter coördineren.

Daarnaast willen Sarkozy en Merkel een 'werkelijk Europese economische regering', die wordt gevormd door de regeringsleiders en staatshoofden van alle lidstaten van de eurozone. Dit bestuurslichaam zou tweemaal per jaar - in tijden van crisis vaker - bijeen moeten komen. Aan het hoofd van deze regering moet de president van de Europese Unie staan, de Belg Herman Van Rompuy. Na een periode van twee en een half jaar kan Van Rompuy plaatsmaken voor een van de regeringsleiders en staatshoofden van de eurozone, zei Sarkozy.

De bescherming van de euro is van het allergrootste belang, aldus Merkel en Sarkozy. De munteenheid vormt een van de steunpilaren onder de integratie van het vaak verdeelde continent. Duitsland en Frankrijk spraken af om hun vennootschapsbelastingen te stroomlijnen, ter onderstreping van de nieuwe saamhorigheid en eensgezindheid.

Een economische regering zou een nieuwe stap richting nauwere Europese integratie betekenen, een stap die volgens veel analisten onontbeerlijk is om de euro niet te laten mislukken.

"Er moet een striktere coördinatie van financieel en economisch beleid komen", zei Merkel. De huidige economische crisis is het gevolg van het falen van diverse lidstaten en een oplossing voor de problemen valt dan ook niet in enkele dagen te verwachten, aldus de bondskanselier. "We zullen het verloren vertrouwen herwinnen", zei ze.

De twee leiders wilden echter niet zover gaan dat zij instemden met het uitgeven van Europese obligaties, ook al hebben veel investeerders daarom gevraagd als alternatief voor de huidige instabielere staatsobligaties.