Aftocht moslimextremisten in Mogadishu

Somalische moslimextremisten hebben zich vrijdagnacht uit veel van hun bolwerken in de hoofdstad Mogadishu teruggetrokken. De Somalische regering viert dat nieuws als 'een gulden overwinning voor het Somalische volk', maar het radicaal-islamitische Al-Shabab zegt zich slechts te hergroeperen voor een tegenaanval.

Inwoners van Mogadishu berichtten dat strijders van Al-Shabab gedekt door het duister hun stellingen in de hoofdstad hebben verlaten. Het is onduidelijk of Al-Shabab zich volledig uit Mogadishu heeft teruggetrokken. Dat gebeurde niet eerder.

Hoofdstedeling Mohammed Ali vermoedt dat geldgebrek en onderlinge onenigheid de moslimstrijders hebben genoopt de aftocht te blazen. Ali, die de strijders zijn broeders noemt, zegt honderdvijftig militanten de stad te hebben zien verlaten.

Al-Shabab ontkende Mogadishu te hebben opgegeven en kondigde een tegenzet aan. "Het volk mag de komende uren rekenen op goed nieuws", aldus zegsman Ali Mohamed Rage.

Het radicaal-islamitische strijdersverbond, dat westerse hulpverleners wantrouwt, verhindert dat zij hongerende Somaliërs te hulp schieten. Somalië maakt de ernstigste hongersnood in zestig jaar door. Meer dan 29 duizend kinderen jonger dan vijf zijn de afgelopen negentig dagen bezweken.