Meesten niet eens met Srebrenica-uitspraak

Redactie

De meeste Nederlanders zijn het niet eens met het vonnis dat Nederland verantwoordelijk is voor de dood van drie moslimmannen in Srebrenica. In een peiling van Maurice de Hond noemt 54 procent de uitspraak onterecht. Een derde vindt de uitspraak terecht en de rest weet het niet.

Minder dan een kwart vindt dat Nederland een grote verantwoordelijkheid draagt voor wat er in Srebrenica is gebeurd. Een kwart vindt de Nederlandse verantwoordelijkheid 'niet groot en niet klein'. Nog een kwart vindt de verantwoordelijkheid klein en achttien procent vindt dat Nederland geen verantwoordelijkheid draagt.

Acht van de tien ondervraagden vinden dat Nederland geen schadevergoeding moet betalen aan de nabestaanden van de doden. Het hof in Den Haag bepaalde dinsdag dat de staat wel schadevergoeding moet betalen. Volgens het hof kan Nederland verantwoordelijk worden gehouden voor de dood van de drie moslimmannen.

De zaak was aangespannen door de nabestaanden van een moslim die in 1995 als elektricien werkte op de Nederlandse compound van Dutchbat en iemand die toen als tolk voor de Nederlanders werkte.

De families van de tolk en de elektricien verbleven op het terrein van de Nederlandse troepen. Na de val van de Bosnische enclave waren zo'n vijfduizend moslims daar naartoe gevlucht. De elektricien en de broer van de tolk werden door de Nederlanders van de compound af gestuurd, de vader van de tolk ging vrijwillig met zijn zoon mee.

De drie mannen werden vervolgens vermoord door de Bosnisch-Servische troepen onder leiding van Ratko Mladic. In 2008 oordeelde de rechter nog dat alleen de Verenigde Naties verantwoordelijk kunnen worden gehouden, omdat de Dutchbatters in Bosnië onder VN-mandaat vielen.

Het hof oordeelde echter dat de Nederlanders wisten welk risico de mannen buiten zouden lopen. Daarom hadden ze niet weg mogen worden gestuurd. De verantwoordelijkheid kan volgens het hof niet worden afgeschoven op de VN.

Volgens de VN was Srebrenica in 1995 een veilige zone. Toen Bosnische Serviërs de stad in juli 1995 innamen, smeekten bijna veertigduizend Bosnische moslims om bescherming. Die werd echter niet geboden door de zeshonderd aanwezige Dutchbatters.

Zij waren in de minderheid en minder goed bewapend. Zeven- tot achtduizend mannen werden afgevoerd en vermoord. De regering kreeg na onderzoek van het Niod het verwijt dat zij haar soldaten in een onmogelijke positie had geplaatst en de VN dat ze de Nederlanders geen luchtsteun had geboden. Het rapport leidde tot het aftreden van de regering van premier Wim Kok (PvdA).


Meesten niet eens met Srebrenica-uitspraak (Foto: Novum)