Amsterdammers blijer met buurt
Amsterdammers krijgen steeds meer waardering voor hun woonomgeving. Het gemiddelde rapportcijfer voor een buurt steeg van een 6,9 naar een 7,3. Dat blijkt uit de participatiemonitor De Staat van de Stad VI en de Diversiteits- en Integratiemonitor 2010, die donderdag zijn gepresenteerd aan de gemeenteraad.
De enige buurt die nog een onvoldoende heeft, is Overtoomse Veld. De meeste Amsterdammers voelen zich veilig in hun buurt. De van oudsher ongunstig scorende stadsdelen Zuidoost en Nieuw-West gaan er iets op vooruit vergeleken met voorgaande jaren.
De gemeente wijst erop dat sommige groepen kwetsbaar blijven. "Opvallend daarbij is de stagnerende ontwikkeling van de Amsterdamse Surinamers en het hoge percentage (42 procent) Amsterdamse Marokkaanse kinderen dat in armoede leeft."
Van de jongeren van niet-westerse afkomst is bijna een kwart werkloos, tegenover een tiende van de autochtone jongeren. De werkloosheid nam vooral toe onder laagopgeleiden "Betaald werk en genoten opleiding zijn het meest bepalend voor een goede leefsituatie", zegt wethouder Burgerschap en Diversiteit Andrée van Es. "Dit onderstreept hoe ongelooflijk belangrijk het is, dat zo veel mogelijk mensen aan het werk zijn. Dat zie ik als mijn belangrijkste opgave."
De discriminatiecijfers zijn niet gestegen, maar Amsterdammers lijken minder positief over de manier waarop mensen met een verschillende culturele en etnische achtergrond met elkaar omgaan. 30 procent van de Surinaamse en Turkse Amsterdammers ervaren discriminatie. Amsterdammers van Marokkaanse afkomst voelen zich het meest gediscrimineerd (38 procent). Dit aandeel is de afgelopen jaren wel gedaald.
De afgelopen vier jaar kreeg de stad er 37.500 inwoners bij, de hoogste groei van de afgelopen zestig jaar. Amsterdam telt 183 verschillende nationaliteiten. De helft van de inwoners heeft een migratieachtergrond, van wie een groot deel tot de tweede generatie behoort.
Nog steeds gaan veel minder allochtone dan autochtone leerlingen naar havo of vwo. Vooral de zwakke positie van Surinaamse leerlingen is 'opvallend'. Op het hbo neemt het aantal studenten van niet-westerse afkomst toe.
Uit de rapporten blijkt verder dat de druk op de voorzieningen in de stad toeneemt. Dit uit zich onder meer in wachtlijsten voor de kinderopvang, loting voor gewilde middelbare scholen en een gebrek aan betaalbare koopwoningen in het middensegment.