Toekomst WNL en PowNed onzeker

Redactie

Of WNL en PowNed vanaf 2015 nog deel uitmaken van het publieke bestel is onzeker. De toekomst van deze aspirant-omroepen is onduidelijk en moet later beoordeeld worden op basis van hun prestaties en een nadere discussie over de openheid van het bestel. Dat staat in een voorstel van de publieke omroepen, dat naar minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Marja van Bijsterveldt wordt gestuurd.

De publieke omroepen zijn het na maandenlange onderhandelingen wel eens geworden over de inrichting van het omroepbestel vanaf 2015. VARA en BNN, KRO en NCRV, en AVRO en TROS hebben het voornemen om onder voorwaarden te fuseren. EO, VPRO en MAX willen liever zelfstandig te blijven. Daarnaast moet de ledenloze NOS nieuws, sport en evenementen verzorgen en de andere taakorganisatie NTR programma's over onder meer educatie, minderheden en kunst en cultuur brengen.

De zes omroepen die 'verregaand integreren' willen meer zendtijd dan ze nu hebben, waarbij het totaal 'substantieel meer moet zijn dan de som der delen'. Hoeveel dat precies wordt, is nog onderwerp van overleg.

De omroepen hebben de opdracht gekregen 200 miljoen euro te bezuinigen, maar over de invulling daarvan is volgens een woordvoerder van de NPO nog niets te zeggen. De minister heeft de Boston Consultancy Group gevraagd te bekijken wat er efficiënter kan. De omroepen willen dat de bezuinigingen eerlijk worden verdeeld.

Het voorstel is volgens de zegsman conform het regeerakkoord en een opmaat voor de nieuwe Mediawet, waarin het aantal zendgemachtigden teruggaat naar acht. De volgende stap is een discussie over de openheid van het systeem voor nieuwkomers en aspirant-omroepen.

De omroepen willen graag met Van Bijsterveldt in overleg over een overgangsregime vanaf 2013, zodat de fusies onder heldere voorwaarden kunnen plaatsvinden."Met dit vereenvoudigde mediabestel wordt het unieke karakter van het Nederlandse omroepbestel behouden en tegelijk kan door de vereenvoudiging een bijdrage geleverd worden aan de aangekondigde bezuinigingen en de gewenste vermindering van de bureaucratie."