'Geen studiepunten voor rechtenstage'

Redactie

Rechtenstudenten moeten geen stage lopen als dat ten koste gaat van hun studietijd. In een rechtenstudie moeten de grondbegrippen van het recht worden geleerd en dat laat geen ruimte voor het lopen van praktijkstages. Dat zei president van de Hoge Raad Geert Corstens vrijdagochtend in Utrecht bij het Juridisch Jaarcongres van Nederlandse faculteiten.

"Stages horen in een academische opleiding geen rol van betekenis te spelen", vindt de baas van het hoogste rechtsorgaan. Als studenten stage willen lopen, dan moet dat maar in hun vrije tijd. Corstens vindt dat voor een stage geen studiepunten moeten worden gegeven. Specialisatie komt pas later, tijdens het werkzame bestaan.

Het congres ging onder meer over de vraag wat afgestudeerde juristen moeten weten en kunnen. De 64-jarige Corstens was van 1982 tot 1995 hoogleraar aan de Katholieke Universiteit Nijmegen, maar voelt zich nog altijd 'nauw' met de rechtswetenschappelijke wereld verbonden.

Hij bezocht vorig jaar alle juridische faculteiten van Nederland. Afgestudeerde juristen moeten 'zware bagage' hebben meegekregen. Als dat niet gebeurt, moeten ze er rekening mee houden dat ze geen officier van justitie, rechter of notaris kunnen worden. Sommige faculteiten hebben de eisen volgens Corstens minder serieus genomen.

De Commissie stagiaire-opleiding publiceerde onlangs een rapport over de kwaliteiten die een afgestudeerde jurist zou moeten bezitten. Corstens vindt deze eisen 'de minimumvoorwaarden' waaraan een afgestudeerde zou moeten voldoen om het 'ambacht' rechter te kunnen uitvoeren. Het beheersen van de grondbegrippen van het recht is geen eenvoudige zaak, zei Corstens. Hij vindt de nominale studietijd van vier jaar dan ook niet lang.