Van Vollenhoven noemt overheid onbetrouwbaar

Redactie

Pieter van Vollenhoven heeft forse kritiek op het natuurbeleid van het kabinet-Rutte. De voorzitter van het Nationaal Groenfonds vindt dat de aanleg van verbindingen tussen natuurgebieden, zoals vastgelegd in de Ecologische Hoofdstructuur, 'absoluut' moet doorgaan.

Van Vollenhoven beschuldigt het kabinet van goochelen met getallen. "De staatssecretaris zegt dat 90 procent van de plannen in die Ecologische Hoofdstructuur is gerealiseerd. Wij komen tot de conclusie dat het maar 50 tot 52 procent is", zegt hij vrijdag in het televisieprogramma Eenvandaag.

Het nieuwe kabinet wil 300 miljoen euro bezuinigen op het natuurbeleid, een korting van zo'n 40 procent, en geen geld meer in de natuurverbindingen stoppen. "We zijn al bijna twintig jaar onderweg, als je die formule nu loslaat is dat echt kapitaalvernietiging", briest Van Vollenhoven. "En je werkt dan ook met een onbetrouwbare overheid. We moeten dit afmaken."

De 'ruggengraat' van de Nederlandse natuur bestaat uit bossen, natuurgebieden, meren, rivieren en de Noord- en Waddenzee. Het streven was dat het landdeel van de Ecologische Hoofdstructuur in 2020 meer dan 750.000 hectare zou beslaan, 17,5 procent van de totale oppervlakte van Nederland.

Van Vollenhoven stelt voor de toekomstige grondgebieden voor geplande verbindingen te 'bevriezen', zodat er niet wordt gebouwd. Dan kan de aanleg worden voortgezet als er weer geld is.

Tientallen boeren en landeigenaren hebben mogelijk voor niets grond beschikbaar gesteld. "We vinden dat je de overheid moet kunnen vertrouwen", zegt Van Vollenhoven. "De overheid heeft hierin een grote verantwoordelijkheid. Belofte maakt schuld."

Natuurmonumenten luidde al eerder de noodklok. "Nu stoppen met investeren zorgt ervoor dat diersoorten uitsterven", zei directeur Jan Jaap de Graeff in oktober.

De provincie Noord-Brabant besloot donderdag tot een pauze in de aankoop van nieuwe gronden voor de Ecologische Hoofdstructuur, omdat er geen geld meer van het rijk is te verwachten.