Aantal Poolse immigranten afgenomen

Redactie

In Nederland hebben zich vorig jaar minder Polen gevestigd dan in 2008. Dertienduizend Polen kwamen in 2009 naar Nederland, duizend minder dan een jaar eerder. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek maandag.

De daling volgt op meerdere jaren van scherpe stijging. Van 1995 tot 2004, toen Polen toetrad tot de Europese Unie, kwamen er jaarlijks zo'n vijftienhonderd tot tweeduizend Polen naar Nederland. Daarna liepen de aantallen snel op, tot veertienduizend in 2009.

60 procent van de Polen die sinds 2000 naar Nederland zijn gekomen, is inmiddels weer vertrokken. Veruit de meesten keerden terug naar Polen, de rest vertrok naar Duitsland, België of het Verenigd Koninkrijk.

Het percentage Polen dat in de eerste tien jaar na vestiging in Nederland terugkeert, is veel hoger dan het percentage mensen dat terugkeerde na de migratiegolf in de jaren zestig. Tussen 1964 en 1973 ging ongeveer 30 procent van de Turkse en Marokkaanse migranten terug. Van de Italianen en Spanjaarden die toen naar Nederland kwamen, was dat respectievelijk 64 en 74 procent.

Hierbij moet in ogenschouw worden genomen dat Spanjaarden en Italianen, en momenteel de Polen, in tegenstelling tot Marokkanen en Turken, zich altijd nog opnieuw in Nederland kunnen vestigen omdat deze landen deel uitmaken van de EU.

Begin vorige maand luidde de Haagse wethouder Marnix Norder (PvdA) nog de noodklok over de 'tsunami' van Oost-Europese immigranten die zijn stad overspoelt. Minister van Binnenlandse Zaken Piet Hein Donner (CDA) liet weten dat deze migranten zich niet permanent in Nederland zouden vestigen. De meesten gaan vroeg of laat terug naar hun land van herkomst, zei hij.