'Inzittenden A380 Qantas aan ramp ontsnapt'

Redactie

De ruim 450 mensen aan boord van de Australische Airbus A380 die vorige maand met een kapotte motor een noodlanding moest maken in Singapore zijn maar net aan een ramp ontsnapt. Dat is de conclusie die naar voren komt uit een voorlopig onderzoeksrapport dat vrijdag is uitgebracht door de Australische raad voor transportveiligheid ATSB.

De meest waarschijnlijke oorzaak van het uitvallen van de motor is een oliebrand. De Australische maatschappij Qantas hield na het ongeluk al haar A380's aan de grond voor inspectie; pas deze week werden de reuzenjumbo's weer ingezet.

De Qantas-Airbus A380 moest op 4 november kort na de start terugkeren naar Singapore. Twee luide knallen waren het eerste signaal dat er iets mis ging. Een stuk metaal doorboorde een van de vleugels, het toestel begon te zwenken en in de cockpit gingen de alarmbellen af. Alleen door snel en kundig ingrijpen van de piloten werd een ramp voorkomen en kon het toestel veilig landen, zei ATSB-directeur Martin Dolan.

Beide explosies deden zich voor terwijl de Airbus op 2100 meter vloog. Geschrokken passagiers die naar buiten keken zagen de vlammen uit de motor slaan. Brokstukken van de motor regenden op het Indonesische eiland Batam. In de cockpit lichtten de waarschuwingslampjes op. Eerst werd 'oververhitting' in motor 2 gemeld, vervolgens 'brand'. De 'slats' aan de voorkant van de vleugel lieten zich niet meer bewegen; ook de automatische stuwkrachtregeling en het automatische landingsmechanisme werkten niet meer. Daarna volgden waarschuwingen voor problemen met de remmen en het landingsgestel, het systeem tegen ijsafzetting op de motoren en het zwaartepunt van het vliegtuig.

De piloten schakelden snel de kapotte motor uit en activeerden de brandblusser ervan. Er volgde echter geen bevestiging dat die werkte. Ze stelden daarop ook de tweede brandblusser in werking, maar weer bleef bevestiging uit.

Daarna volgden nog meer waarschuwingen: de satellietcommunicatie viel uit en de motoren een en vier gingen in een soort spaarstand, waardoor minder informatie doorkwam. De bemanning werkte zich door de gestadig toenemende stroom meldingen, wat ongeveer vijftig minuten duurde. Ondertussen ging de tweede officier de cabine in om door het raam een blik te werken op motor nummer twee, waar de brandstof uitstroomde.

Het zou niet eenvoudig worden het enorme vliegtuig veilig aan de grond te zetten: op maar een van de drie overgebleven motoren kon de straalomkeerder worden gebruikt om af te remmen. Er was ook een waarschuwing aan de piloten om pas vol in de remmen te gaan als het neuswiel op de grond was. De kans dat het vliegtuig het einde van de landingsbaan voorbij zou schieten was levensgroot. De piloten waarschuwden de passagiers en cabinebemanning om zich voor te bereiden op een noodontruiming.

Tijdens het aanvliegen van de landingsbaan schakelde de automatische piloot steeds uit, om er op 305 meter hoogte helemaal de brui aan te geven. Het vliegtuig kon alleen met handbesturing op de grond worden gezet. Dit lukte en met moeite kwam het gevaarte tot stilstand, 150 meter voor het einde van de landingsbaan.

Het ATSB-rapport bevestigt eerdere vermoedens dat een olielekkage bij een zeer heet onderdeel van de A380-motor een brand veroorzaakte, die er uiteindelijk toe leidde dat een schoepenrad in de turbine uit elkaar sprong. Rondvliegende brokstukken beschadigden een vleugel. De ATSB meent dat een mogelijke fabricagefout in de door Rolls-Royce gebouwde motor kan leiden tot olielekkage en brand. Het euvel zou zich maar in een beperkt aantal Trent 900-motoren voordoen.


'Inzittenden Airbus A380 Qantas aan ramp ontsnapt' (Foto: Novum)