Nationaal Historisch Museum komt er niet

Het Nationaal Historisch Museum (NHM) komt er niet. Staatssecretaris van Cultuur Halbe Zijlstra (VVD) heeft een streep gezet door het project, schrijft hij vrijdag in een brief aan de Tweede Kamer.

Het nieuwe kabinet wil in totaal tweehonderd miljoen euro bezuinigen op de kunst- en cultuursector. Zijlstra vindt het daarom 'niet reëel' om aan een dergelijk 'kostbaar en risicovol project' te beginnen. Het afblazen van de bouw van het museum levert een eenmalige besparing op van vijftig miljoen euro.

De museumdirectie moet nu op een andere manier de Nederlandse geschiedenis voor een breed publiek toegankelijk maken. Dan gaat het om het organiseren van activiteiten, zoals afgelopen jaren ook al gebeurde. "Dat doel blijft onverminderd van belang", aldus Zijlstra. Hiervoor krijgt het museum volgend jaar zes miljoen euro. Zo heeft het museum al een uitgebreide website en organiseert het de Week van de Geschiedenis.

Het museum werd in 2008 opgericht met als doel het historisch besef en de kennis van de geschiedenis van Nederland te bevorderden. Dat gebeurde op initiatief van de oud-fractievoorzitters Jan Marijnissen (SP) en Maxime Verhagen (CDA).

Over de komst van het NHM was de afgelopen jaren veel te doen. Aanvankelijk zou het museum verrijzen op het terrein van het Openluchtmuseum in Arnhem. De directie sprak vervolgens een voorkeur uit voor een gebouw aan de oevers van de Rijn, vlakbij de historische John Frostbrug, maar daar stak toenmalig minister van Onderwijs Ronald Plasterk (PvdA) op verzoek van de Tweede Kamer een stokje voor.

Veel politieke partijen zagen het museum daarbij liever niet in Arnhem, maar achtten Amsterdam of Den Haag veel geschikter. Plasterk bleef echter bij zijn keuze voor Arnhem.

Recentelijk kwam het museum weer in het nieuws vanwege de kosten van een nieuw te bouwen parkeergarage bij het Openluchtmuseum. Die bleken hoger dan het totale budget voor de bouw van het NHM.

Ook in de museumwereld waren de meningen verdeeld over de komst van het NHM. Zo pleitte Wim Pijbes van het Rijksmuseum in Amsterdam er onlangs al voor om het project stop te zetten. In zijn museum is ook al ruimschoots aandacht voor de Nederlandse geschiedenis, aldus Pijbes.