Nieuwe documenten over dagelijks leven Hitler

Redactie

Adolf Hitler at graag brood met marmelade als ontbijt en werd omschreven als zachtaardig tijdens persoonlijke ontmoetingen. Dat blijkt uit voorheen geheime documenten die vrijdag door het Britse Nationale Archief zijn vrijgegeven.

De documenten bestaan uit een geschreven verslag van een 19-jarige Oostenrijkse deserteur, die de nazi-leider omschreef als paranoïde, omdat hij voortdurend het idee had in de gaten te worden gehouden, en humeurig tijdens vergaderingen.

"Hij is zachtaardig tijdens persoonlijk contact, maar geneigd met zijn vuist op tafel te slaan en te schreeuwen tijdens bijeenkomsten", aldus de krijgsgevangene en oud-SS-er Schütze Obernigg. Obernigg zou tussen 1943 en 1944 hebben gediend in de retraite van Hitler in Obersalzberg in de Beierse Alpen.

Obernigg verschafte de Britse geheime dienst met een gedetailleerde beschrijving van de dagelijkse routine van Hitler in de retraite. De Führer zou rond 10.00 uur 's ochtends opstaan en ontbijten met koffie, brood en marmelade. 's Middags ontving hij gasten en zijn dokter. Volgens het verslag werkte Hitler tot diep in de nacht en ging hij zelden voor 04.00 uur naar bed.

Naast de dagelijkse gang van zaken beschreef de deserteur Hitlers houding ten opzichte van zijn lijfwachten. "Hitler kan er niet tegen dat hij in de gaten wordt gehouden (...) Zijn lijfwachten kregen de opdracht hem in het oog te houden, maar zelf ongezien te blijven", schreef Obernigg.

Uit een andere reeks documenten die eveneens vrijdag werden vrijgegeven blijkt dat de geallieerden zich grote zorgen maakten dat de nazi's in de Oostenrijkse Alpen een schuilplaats hadden, waar Hitler het tot een 'laatste wanhopig treffen' zou laten komen na het einde van de Tweede Wereldoorlog.

In inlichtingenrapporten uit 1944 en 1945 werd gesuggereerd dat de zogenaamde 'Nazi Nationale Redoute' voor een periode van twee jaar genoeg voedselvoorraden en wapens kon herbergen voor zestigduizend 'nazi-fanatici'.

De documenten bevatten gedetailleerde verslagen over de training en beweging van troepen en brandstof- en voedselvoorraden in het alpiene gebied tussen het westen van Oostenrijk en Opper-Beieren.

In een rapport van 7 april 1945, opgemaakt uit bronnen van de Franse inlichtingendienst voor het Office of Strategic Services, de voorloper van de CIA, staat dat de Duitsers van plan waren drie- tot vierhonderdduizend buitenlandse gevangenen mee te nemen naar de schuilplaats.

De documenten lijken uit te wijzen dat de geallieerden overtuigd waren van het bestaan van het toevluchtsoord, hoewel historici hebben vastgesteld dat de basis een mythe bleek.

"Er waren tal van aanwijzingen dat het nazi-regime zou vechten tot de laatste man", zei Mark Dunton, een deskundige op het gebied van eigentijdse geschiedenis van het Nationaal Archief.

"(De geallieerden) brachten diverse waarnemingen bijeen over de distributie van voedsel in het gebied, en die van wapens en brandstof, en telden een en een op, met drie als resultaat."