Harde taal van Duitsland en Frankrijk op EU-top

Redactie

Duitsland en Frankrijk hebben donderdag geprobeerd lidstaten van de Europese Unie ervan te overtuigen dat er nieuwe regels moeten komen voor de begrotingen van lidstaten. Volgens de twee landen is dit nodig om te voorkomen dat er opnieuw een financiële crisis ontstaat in Europa.

De Duitse bondskanselier Angela Merkel en de Franse president Nicolas Sarkozy arriveerden donderdag op een EU-top waar wordt gesproken over een permanent mechanisme om een financiële crisis te bestrijden.

Een van de mogelijke maatregelen is het verplichten van private kredietverstrekkers om deels de kosten te dragen voor het helpen van een land met een grote staatsschuld. Daarnaast riepen Duitsland en Frankrijk op tot het afnemen van het stemrecht van landen die herhaaldelijk het begrotingstekort boven de toegestane limiet laten oplopen, een radicale maatregel die volgens sommigen nooit zal worden goedgekeurd. Merkel zei dat als een land 'de euro als geheel bedreigt, dit in strijd is met de kernwaarden van de EU'.

Voorzitter van de Europese Commissie Manuel Barroso noemde het afnemen van het stemrecht 'onacceptabel'. Hij zei dat een dergelijke maatregel nooit de goedkeuring krijgt van alle 27 lidstaten van de Unie. Deze visie werd door meerdere regeringsleiders gedeeld.

Het voorgestelde reddingsmechanisme betekent mogelijk dat het EU-verdrag zal moeten worden aangepast, een langdurig proces dat enkele jaren in beslag kan nemen. De Oostenrijkse minister van financiën Josef Pröll zei erg kritisch te staan tegenover het wijzigen van het verdrag. Merkel zei echter dat er slechts kleine wijzigingen nodig zijn voor een permanent mechanisme, waardoor tijdrovende referenda kunnen worden voorkomen.

Merkel kreeg donderdag bijval van de Zweedse premier Fredrik Reinfeldt. Hij zei een permanent crisismechanisme te steunen, maar voegde daaraan toe dat Zweden tegen het afnemen van stemrecht is. Ook de Griekse premier Giorgios Papandreou zei geen problemen te hebben met wijzigingen in het verdrag, zolang dit 'op een onbevooroordeelde manier gebeurt'.

Op de top maakten Frankrijk en Duitsland, maar ook Groot-Brittannië tevens duidelijk dat ze tegen een forse verhoging van de uitgaven van de EU zijn. Zij menen dat de bezuinigingen in de lidstaten ook moeten leiden tot matiging van de uitgaven van de EU. Voorzitter van het Europees Parlement Jerzy Buzek zei echter dat er meer geld nodig is, omdat de EU steeds meer verantwoordelijkheden krijgt.