Orthodontisten luiden noodklok

Redactie

Een op de vijf behandelaars in de orthodontie stopt met zijn praktijk als de voorgenomen tariefdalingen worden doorgevoerd. Het gaat vooral om zelfstandigen van 55 jaar of ouder. Ruim acht op de tien orthodontisten en 95 procent van de tandartsen die orthodontiebehandelingen verrichten, verwachten dat zij door de daling hun kosten niet meer kunnen dekken

Dat blijkt uit onderzoek van TNS-Nipo onder 1500 zorgverleners in zeven beroepsgroepen in opdracht van de medische ledenorganisatie VvAA. Die concludeert dat orthodontische behandelingen een schaars goed dreigen te worden, terwijl de vraag daarnaar de komende jaren naar verwachting zal toenemen.

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) wil het tarief voor orthodontiebehandelingen per 1 januari met 40 procent verlagen voor tandartsen en met 34 procent voor orthodontisten. Uit de peiling blijkt dat zelfstandige zorgverleners bang zijn dat door het beleid van de NZa de kwaliteit en bereikbaarheid van de zorg in gevaar komt. Terwijl het nieuwe kabinet juist inzet op betere basiszorg dichter bij huis en versterking van de eerstelijnszorg. Dit gaat in ieder geval binnen de mondzorg niet lukken, stelt de VvAA.

De Associatie Nederlandse Tandartsen en de Orthodontische Vereniging Algemeen Practici reageren verontrust op de cijfers. De organisaties noemen het beleid ten aanzien van de mondzorg en vooral de orthodontische zorg 'desastreus'. "In het meest gunstige geval zal er alleen sprake zijn van een langere reistijd, maar in veel gevallen zal de patiënt ook te maken krijgen met wachtlijsten en alleen terechtkunnen in een praktijk waar hij niet zelf voor heeft gekozen."